Getalbeelden inoefenen

Zowel in de derde kleuterklas als in het eerste leerjaar worden eerst teloefeningen georganiseerd. Spelenderwijs komen de leerlingen in contact met cijfers en getallen. Eerst gaat men heel concreet tewerk, men neemt voorwerpen en men telt. De leerlingen mogen de voorwerpen verplaatsen en tellen luidop. Nadien komt er een fase waarbij men aan het tellen een cijfer koppelt. Leerlingen leren de cijfers herkennen en koppelen aan elk cijfer een bepaalde hoeveelheid. Deze cijfers worden nadien schematisch voorgesteld door een bepaald getalbeeld en met deze getalbeelden oefent men steeds verder tot de leerling deze getalbeelden snel kan herkennen. Het tellen wordt nu vervangen door het snel herkennen van deze getalbeelden. In dit leerproces kan de computer een aardige hulp zijn. De leerling krijgt de getalbeelden aangeboden en zoekt naar het overeenkomstige aantal. Door de erg visuele en attractieve voorstelling wordt de leerling gemotiveerd om de oefening te herhalen.