Geschiedenisonderwijs en etnisch-culturele diversiteit: hoe begin je eraan?


Zoals in de meeste westerse landen is de laatste decennia de culturele en etnische diversiteit ook in het Vlaamse onderwijs sterk toegenomen. Op dit ogenblik is bijna één op vijf leerlingen in het secundair onderwijs van vreemde afkomst. Daartegenover staat een lerarenkorps dat slechts in beperkte mate vertrouwd is met etnisch-culturele diversiteit. Hoe kan hierin verbetering worden gebracht? Kan een houding gericht op etnisch-culturele diversiteit worden aangeleerd bij (toekomstige) leerkrachten? Welke leerinhouden zijn daarbij het meest geschikt? En met welk pedagogische en vakdidactische strategieën? Kortom, hoe begin je eraan in de concrete lespraktijk? Deze review onderzocht dit alles voor het vak geschiedenis a.d.h.v. een systematische literatuurstudie. De review concludeert dat een opleidingsprogramma gericht op diversiteit met onder meer exemplarisch lesmateriaal invloed heeft op het bewustzijn van studenten voor de thematiek, ook al is dat effect soms van korte duur. Praktijkervaringen in multiculturele klassen en team teaching waarbij beginnende leraren ondersteuning krijgen van ervaren collega’s kunnen een gunstig effect hebben op een diversiteitshouding van aspirant-leerkrachten. Een specifiek opleidingsprogramma voor aspirant-leerkrachten om hen voor te bereiden op etnisch-culturele diversiteit in de geschiedenisles vergrootte volgens Harris en Clarke (2011) het bewustzijn voor de thematiek, zonder dat dit duidelijk verifieerbaar was. Het referentiekader dat deze onderzoekers ontwikkelden om een evolutie in diversiteitshouding bij studenten in kaart te brengen maakte duidelijk, niet dat studenten geen aandacht aan diversiteit wilden schenken, maar wel dat ze de waarde, de plaats in het curriculum en de wijze waarop ze het onderwerp ter sprake konden brengen, niet correct konden inschatten. Dat bleek ook uit het onderzoek van Virta (2009). Aspirant-leerkrachten gaven ook hier aan dat het niet eenvoudig was om de leerinhouden aan te passen aan de verschillende culturele achtergronden van de leerlingen. Zo waren er die multiperspectiviteit wel in hun lessen ter sprake wilden brengen, alleen wisten ze niet hoe en welke leerinhouden daarvoor het meest geschikt waren. Anderen waren voorzichtig en wilden elke aandacht op het ‘anderszijn’ van migranten afleiden om hen niet te bruuskeren. Enkel wanneer ze daartoe bereid waren, werd de specifieke achtergrond van de migranten betrokken in de lespraktijk. De meeste studenten uit het onderzoek van Virta signaleerden problemen (organisatorisch, interactie met leerlingen) die ze verbonden aan ‘diversiteit’, zonder te beseffen dat een op diversiteit gerichte houding te maken heeft met een andere manier van geschiedenis geven. Vaak zien (toekomstige) leraren de etnisch-culturele diversiteit niet en zoeken excuses om op de ‘klassieke’ manier te blijven lesgeven. Diversiteit wordt gezien als een probleem of tenminste als een serieuze uitdaging omdat stagiairs bezorgd zijn over het eigen overleven in de klas en zich te weinig inhoudelijk bekwaam voelen. Dus wordt het thema maar zoveel mogelijk vermeden. Ook Virta ziet in dit verband een belangrijke taak weggelegd voor de lerarenopleiding. Uit haar onderzoek bleek tevens dat individuele contacten met migrantenleerlingen kunnen fungeren als ‘eyeopeners’ voor de specifieke situatie van buitenlandse kinderen en hun wereldvisie. Reflecties over authentieke praktijkervaringen in multiculturele klassen spelen hoe dan ook een sleutelrol. Wagemakers en Patist (2012) stelden net als Virta vast dat studenten zich wel bereid toonden om multiperspectiviteit in hun lessen ter sprake te brengen. Maar daarbij schonken ze te weinig aandacht aan de culturele en etnische achtergrond van de leerlingen. Ze besloten dat in de huidige lerarenopleiding er geen of nauwelijks prikkels aanwezig zijn om een multiperspectivistische houding te stimuleren. Een specifiek opleidingsprogramma gericht op diversiteit resulteert bovendien slechts in een groei van multiperspectiviteit op korte termijn. Er is dus nood aan een structurele implementatie van diversiteit in het hele curriculum van de lerarenopleiding om tot een blijvende groei van een op multiperspectiviteit en diversiteit gerichte houding bij aspirant-leerkrachten te komen. Volgens Klein (2010) denkt een beginnende leerkracht vooral vanuit vakgebonden concepten die zich niet onmiddellijk vertalen in de concrete lespraktijk. Hij ziet niet hoe meervoudige perspectieven in het leerproces ingebracht kunnen worden omdat de nodige inhoudelijke achtergrondinformatie om de transfer te maken niet aanwezig blijkt te zijn. Door advies in te winnen bij ervaren collega’s zou vooruitgang mogelijk zijn.

Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken

Registreren vraagt maar één minuut.
Leraren delen lesmateriaal en -inspiratie met jou
  • gratis lesmateriaal;
  • voor alle leeftijden en vakken;
  • makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.
Registreer   Veilig en gratis
Je bent al lid?