In deze oefening maak je meerdere oefeningen over de tijd.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

• de dagen van de week,
• de maanden,
• de verschillende seizoenen,
• tijdsbesef - uren,
• het kloklezen tot op een minuut, zowel digitaal als analoog.

Oefen de namen van de dieren uit de dierentuin.         

Oefen de namen van de dieren uit de dierentuin.              

Vijfentwintig draaikaartjes om de woordenschat van basisvoedingsmiddelen te oefenen. 

Er zijn twintig draaikaartjes met een handeling. Beantwoord de vragen met een zin in de ik-vorm. 

Met deze draaikaartjes oefen je de deeltafels. Los de oefening op en draai het kaartje nadien om om te zien of je antwoord juist of fout was.

Herhaal de lichaamsdelen uit unité 32 met draaikaarten.

Draaikaarten met correctie bij de woordenschat van unité 32.  

Draaikaarten met de woordenschat van unité 32, Il a mal aux dents.  

Oefen met deze draaikaartjes de namen van plaatsen als antwoord op de vraag Waar ga je?

Oefen met deze draaikaartjes de namen van drankjes in.

Oefen de woordenschat van Zo gezegd 2.3 mondeling persoonlijk, deel 5, met draaikaartjes.