Uitleg en oefeningen over de voornaamwoorden.

Volgende voornaamwoorden komen aan bod:

• het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp,
• het bezittelijk voornaamwoord,
• het persoonlijk voornaamwoord als niet-onderwerp,
• het aanwijzend voornaamwoord,
…

Hoe schrijf je de afgebeelde woorden? Begint het woord met een v of een w? 

Je oefent de spelling van woorden met oo, au en ou. Schrijf bij elke afbeelding het juiste woord.

Je oefent de spelling van woorden met ee, ei en ij. Schrijf bij elke afbeelding het juiste woord.

Je oefent de spelling van woorden met eu en ui. Schrijf bij elke afbeelding het juiste woord.

Je oefent de spelling van woorden met u, uu en oe. Schrijf bij elke afbeelding het juiste woord.

Met deze oefening oefen je hoofdzakelijk rond woordenschat over kledij. Tik bij elke afbeelding het juiste woord.

Je oefent rond zinnen met nooit, soms, meestal, vaak en altijd. Sleep de woorden in de juiste volgorde.

Maak correcte zinnen met '(niet) goed kunnen'. Sleep de woorden in de goede volgorde.

Met deze werkbundel werk je op een eenvoudige en effectieve manier aan meer rust, verbondenheid en veiligheid in jouw klasgroep. 

Wat je leert in de werkbundel:

• Inzichten in Human Design: Begrijp de 5 energietypes en wat ze nodig hebben om tot …

Sleep de woorden met v en w naar de juiste kolom. 

Sleep de woorden met z of s naar de juiste kolom.