Leerlingen leggen de bloemblaadjes met sommen bij de juiste bloem.
Op die manier oefenen ze het optellen en aftrekken tot 6.

Cijferpijlen met getallen van 1 tot 6.
De leerlingen vullen de ontbrekende getallen in.

Er zijn drie niveaus:

• één getal invullen,
• twee getallen invullen,
• drie getallen invullen.

Er verschijnt een getalbeeld.
Klik op het juiste bijhorende getal.

Zet de getallen in de juiste volgorde.
Het begint met de getallen van 1 tot 3, maar er komt telkens een getal bij.

Aan de hand van verschillende boodschappenlijstjes berekenen de kinderen hoeveel ze moeten betalen of hoeveel wisselgeld ze gaan krijgen.

Volgende niveaus komen aan bod: 

• geldrekenen tot 20 / zonder kommagetallen;
• geldrekenen tot 100 / zonder …

De leerlingen knippen figuren uit en kleven ze op de juiste plaats.
Volgende begrippen komen aan bod:

• eerste,
• laatste,
• middelste,
• tweede,
• voorlaatste,
• komt voor,
• komt na.

De leerlingen wegen zaken uit de klas om te ondervinden hoeveel 1 kg weegt. Ze zetten zaken op de balans tot de balans in evenwicht is en dus 1 kg hebben. 

Daarna mogen ze enkele zaken uit de klas wegen. Ze leren gewicht aflezen van een …

De kinderen lezen het bedrag op het prijskaartje af. Nadien leggen ze het bedrag met geld of tekenen ze de munten en briefjes zelf. 

Een blad met kaartjes met geldbedragen.

De kinderen lezen de prijs en stellen nadien zelf het bedrag samen.

Drie fiches voor het aanleren van splitsen, optrekken en aftrekken.
De stappen worden ondersteund met Sclerapictogrammen en getalbeelden.

Spel voor visuele perceptie en discriminatie.

Draai een kaartje om. Welke vorm en welk kleur staat er niet bij?
Diegene die de vorm en kleur als eerste kan benoemen, krijgt het kaartje. Wie het meest kaartjes kan verzamelen wint. 

Knijpkaarten om de getalbeelden zelfstandig in te oefenen. 

Er zijn kaartjes met kwadraatbeelden en kaartjes waarbij het getal wordt voorgesteld door vingers.