In het Nederlands gebruiken we staan, liggen, zitten en hangen om de positie van een object aan te geven (in veel andere talen gebruikt men daar slechts 1 werkwoord voor). Om het voor mijn leerlingen visueel te maken, heb ik deze posters gemaakt.
De oefenkaartjes gebruiken de leerlingen zelfstandig om de bijvoeglijke naamwoorden/bijwoorden in te studeren. Waar mogelijk zijn ook de trappen van vergelijking en tegengestelde weergegeven.
Het memoryspel bevat enkel de tegenstellingen. Mijn …
Zinsbouw in het Nederlands is best complexe materie voor anderstalige nieuwkomers. Ik gebruik in mijn onthaalklas bordkaarten om de zinsstructuur visueel te maken tijdens instructiemomenten en diverse opdrachten. Diezelfde kaarten worden in mijn …
Met deze invulbare pdf's kan je zelf draaikaarten maken. Er zijn draaikaarten voor zinnen, woorden en dialogen.
Oefeningen i.v.m. smartphoneverslaving. Twee luisterfilmpjes met bijhorende vragen en een krantenartikel met bijhorende vragen over hetzelfde onderwerp.
Oefenkaartjes met een selectie uit de 100 in het Nederlands meest gebruikte werkwoorden voor mijn anderstalige nieuwkomers.
De ene pdf bestaat uit 56 kaartjes met op de voorzijde een afbeelding en op de achterzijde de vervoeging van het werkwoord in …
Geïllustreerde woordkaarten bij het thema Het ontbijt:
Het gekleurde blad is de achterkant bij het recto verso afdrukken van de kaartjes.
Twee posters met een overzicht van de voornaamste voorzetsels, van plaats en van richting.
Drie posters, twee met een overzicht van de persoonlijke voornaamwoorden (onderwerpsvorm en niet onderwerpsvorm), en eentje met de bezittelijke voornaamwoorden, telkens verduidelijkt met een tekening.
Eenvoudige leesoefeningen bij het thema Zich voorstellen.
Hulpfiches:
Deze herhalingsles telwoorden behandelt nog even de theorie om vervolgens tot de praktijk over te gaan. Een eenvoudige oefening waar snel zelfstandig mee gestart kan worden.