De leerlingen volgen een stappenplan en oefenen kleuren, voorzetsels en dierennamen in.
Draaikaartjes om de vervoeging van hebben en zijn in het presens in te oefenen.
Een werkblaadje om instructies te leren verwerken. Voor beginnende OKAN-leerlingen die de klasvoorwerpen, kleuren en voorzetsels al geleerd hebben.
Ontdek meer dan 1000 prenten met de beschrijving ervan in twee talen.De afbeeldingen zijn gesorteerd per thema (lichaam, school, kleuren, huis, ...) en je kan zelf uit 90 talen kiezen. Enkele voorbeelden:
Deze basisbehoeftenwaaier kan anderstalige nieuwkomers helpen om zich uit te drukken wanneer ze op school toekomen en nog geen Nederlands kunnen. Op elk kaartje staat een basisbehoefte, een probleem of een gevoel (bv. Ik heb honger, ik heb dorst, …
Oefen de getallen tot en met 6 door het aanvullen van de getallenrijen, het verbinden van het cijfer met een getalbeeld en het tekenen en vergelijken van hoeveelheden.
Lees aandachtig en kleur de tekening in zoals aangegeven wordt.
Er is ook een document waar de opdrachten ondersteund worden met pictogrammen.
Zeer bruikbaar om gesprekjes op gang te brengen, is de lange lijst teatopics: de vragen op de theezakjes van Pickwick, maar je vindt er ook allerlei andere vragenlijsten: de vragen van Proust, filosofische vragen, enz.
Het alfabet in drukletters, leesletters en – zelf aan te maken – schrijfletters.
Geïllustreerde woordenschatlijsten over schoolse taal (de inhoud van een boekentas en pennenzak) en instructietaal, voor anderstalige leerlingen.