Oefeningen op de vervoeging van het werkwoord aller in de indicatif présent.

Online flitskaarten met de vervoeging van het werkwoord aller in de indicatif présent.

Oefening op de vervoeging van être, avoir en aller in de indicatif présent.

Oefen de vervoeging van de werkwoorden avoir, être en aller in de indicatif présent.

Happertjes om de vervoeging van de werkwoorden aller, faire, être en avoir in te oefenen in de indicatif présent.

Werkbundel met oefeningen op de vervoeging van être, aller en avoir in de indicatif présent.

Geef de juiste vervoeging van het gevraagde werkwoord in de indicatif présent.

Flitskaarten en oefeningen om de vervoeging van het werkwoord aller in te oefenen in de indicatif présent.

Bordspel om de vervoeging van het werkwoord aller in te studeren en te herhalen.

Zes kaartensets voor het spel J'ai ... qui a? met de werkwoorden avoir, être en aller.

Leerlingen lezen hun vervoegd werkwoord voor en vragen wie het nog te vervoegen werkwoord op hun kaartje heeft. Is dus zowel een spreek- als …

Toets over het werkwoord aller. Kan summatief, maar is vooral als tussendoortje en herhaling.

Een korte herhalingsquiz rond de vervoeging in de indicatif présent van de werkwoorden être, avoir, vouloir, pouvoir, danser, aller, venir, faire en attendre.