Categoriseeroefening met de woordenschat van de (oude) Zo gezegd 1.2.

De thema's die aan bod komen zijn: kleding, de kleuren, materialen, hobby's, afmetingen en meubels.

Categoriseeroefening met de woordenschat van de oude Zo gezegd 1.1 (deel 1 tot 7).

De thema's die aan bod komen zijn plaatsen, in de klas, personen, de cijfers, feestdagen en transport.

Digitale oefening op de verleden tijden. De cursisten lezen een tekst en vullen een vorm van het imperfectum, het plusquamperfectum of het passief (met worden en werden) in.

De oefening is gebaseerd op een artikel van VRT NWS. Een Turks meisje wordt …

De cursisten leren verschillende taalhandelingen: iemand feliciteren, zich excuseren, iemand succes wensen ...

Digitale oefening met basiswoordenschat over transport. De cursisten lezen de omschrijving of het woord en vullen een synoniem in. Ze noteren ook het artikel (de of het) erbij.

Draaikaartjes met basiswoordenschat over transport. De cursisten oefenen woorden in zoals brutogewicht, het schip, de gastanker, ...

Digitale oefening met basiswoordenschat in verband met de verzekering van vracht. De cursisten slepen woorden zoals zeehaven, leverancier, lossen, binnenschip ... naar de juiste categorie. 

Een lees- en woordenschatoefening als herhaling op het thema over het weer van Zo gezegd 2.1. schriftelijk.

De tekst werd overgenomen van de website van VRT NWS: Stormweer houdt lelijk huis in Koersel (Beringen), verschillende evenementen afgelast in …

Digitale oefening met de basiswoordenschat uit richtgraad 1.

In elke rijtje is er telkens één woord dat niet in de reeks past. Klik op het woord dat er niet bij hoort.

Dit is een vervolgoefening op Hoe strijk je een T-shirt met print?: Sleepoefening bij instructievideo

De cursist vult nu zelf de woorden in de tekst in. Daarna controleert kijkt de cursist naar het instructiefilmpje (van de VDAB) en controleert de …

Sleepoefening waarbij de cursist de opgegeven woorden op de juiste plaats zet. 

De cursisten kijken naar een instructiefilmpje (van de VDAB) over hoe je een T-shirt met print moet strijken. Daarna maken zij de interactieve oefening.

Oefening met tien basiswoorden uit de zorg, zoals de naald, de bloeddrukmeter, de weegschaal ...

De cursist formuleert het juiste woord met het artikel (lidwoord) bij de foto.