Via deze documenten kunnen leerlingen clowns maken op een kralenplank. Het voorbeeld leg je onder het legbordje en dan kunnen leerlingen de figuren met gekleurde kralen op de pinnetjes leggen.

In deze woordzoeker zoeken je leerlingen woorden die te maken hebben met het circus. De woorden die ze moeten zoeken zijn: acrobaat, applaus, artiest, clown, dierentemmer, directeur, goochelaar, jongleur, lachen, leeuw, publiek, show, tent …

Aan de hand van een omschrijving maken de leerlingen een clown in pixelvorm.

In deze bijlage vind je een afbeelding van een clown met blanco gezicht. De leerlingen kunnen zelf een mooi gezicht ontwerpen (zelfportret, gezicht van een vriend(in) ...).

Met deze werkblaadjes kan je werken rond het boek Hoe Tito zijn neus kwijtspeelde van Guido van Genechten.

Leerlingen krijgen volgende opdrachten:

• patronen aanvullen;
• vormen herkennen;
• neuzenwinkel met logiblokken;
• woordkaarten rond het circus.

Gooi met de dobbelsteen en maak de tekening van de carnavalsclown verder af. Heb je graag wat hulp of maak je de tekening helemaal zelfstandig? Je kan kiezen uit twee tekenbladen.  

Luisteroefeningen rond de woordenschat uit het themaboek: Hoe Tito zijn neus kwijtspeelde  van Guido van Genechten.

De leerlingen spelen per twee een mimespel na tussen een droevige pierrot en een blije opgewekte clown. Eén leerling speelt de droevige pierrot en neemt de houding van een standbeeld aan. De blije clown tracht d.m.v. het hanteren van …

Sleep de ogen, de oren, de mond, de neus, het hoedje en de strik naar de juiste plaats op het gezicht. 

In deze lesvoorbereiding krijg je een aantal handvaten aangereikt om aan de slag te gaan met een mimespel rond clowns. Binnen het domein drama werk je met non-verbale technieken zoals clownerie en mimespel. 

De bouwstenen die aan bod komen …

Orden de afbeeldingen van de clowns op de juiste plaats in de matrix volgens vorm en kleur. Thema carnaval.

Draai elk om de beurt een kaartje om en ga op zoek naar twee gelijke afbeeldingen in het thema carnaval.