Oefening op de vervoeging van werkwoorden met hulpwerkwoord avoir in de passé composé.

Remediëringsoefeningen en uitleg over de vorming van de passé composé.

Inhoud:

• verbes met auxiliaire être
• verbes met auxiliaire avoir
• vorming participe passé van regelmatige werkwoorden
• participe passé van de …

Oefeningen op het vervoegen van werkwoorden in de passé composé die als hulpwerkwoord avoir hebben.

Twee toetsen waarbij het vormen van de passé composé met être en avoir getoetst wordt. 

Schema om werkwoorden te vervoegen in de passé composé.

Presentatie over de vorming en het gebruik van de passé composé.

Herhalingsbundel met uitleg om de werkwoorden te vervoegen in verschillende tijden:

• l’indicatif présent
• l’impératif
• l’imparfait
• le futur proche et le passé récent
• le futur simple
• le conditionnel …

Jenga om het gebruik van le passé composé verder in te oefenen.

Vijf extra oefeningen over de passé composé, alleen met avoir als hulpwerkwoord. 

Uitlegvideo waarbij de theorie wordt uitgelegd over hoe je een werkwoord vervoegt in le passé composé met het hulpwerkwoord être.

Extra oefeningen op de passé composé. Deze oefeningen sluiten aan bij de leerstof van unité 26.

Dit spel kan je bij voorkeur buiten op de speelplaats spelen. Met dit spel oefenen leerlingen zinnen omzetten van de indicatif présent naar de passé composé.