Flitskaarten met de woordenschat uit texte 3.1 uit de methode rond het thema parler de quelqu'un.

Flitskaarten met de woordenschat uit texte 3.2 uit de methode. Leerlingen leren vragen en zeggen wat iets is.

Opdracht waarbij leerlingen in de rol kruipen van de Franse recherche. Ze stellen getuigenverklaring op en sporen zo de dader op. Hierbij oefenen ze het beschrijven van de weg en van personen.

Leerlingen zoeken eerst een aantal verschillen in de Bookwidget. Nadien kiezen ze uit welke prent ze zinnen zullen schrijven op het document. Deze zinnen kunnen zowel in de bevestigende of in de ontkennende vorm geschreven worden.

Spel dat per twee gespeeld kan worden om leerlingen te leren om objecten te beschrijven. 

Dit spel bevat:

• een instructiefiche
• een spelbord

Hulpfiche om spreekvaardigheid bij leerlingen te bevorderen door een spelletje Qui est-ce?

Verschillende verwerkingsopdrachten rond de figuur Arsène Lupin waarbij verschillende vaardigheden worden ingeoefend.

Versterk je leesvaardigheid met deze oefening op het beschrijven van een persoon.

Oefeningen op luistervaardigheid om personen te leren beschrijven. 

Oefenblad ter voorbereiding van een spreekopdracht bij unité 21 uit de methode. Leerlingen leren zinnen maken met j'aime of je n'aime pas + infinitif en leren kort een persoon beschrijven.

Digitaal spelbord en spelregels voor een spel Wie is het?, Qui est-ce?

Het spel kan eventueel ook gebruikt worden om andere talen in te oefenen, als je de spelregels vertaalt, want het spelbord zelf is niet gebonden aan een taal.

Voor spelregels, …

Leerlingen ontdekken eerst nieuwe woordenschat om iemand karakter te omschrijven en gaan daarna elkaar bevragen over hun persoonlijkheid.

Wanneer ze vijf verschillende namen op een rij hebben gekregen, zijn ze gewonnen.