Met deze herhalingsbundel oefenen je leerlingen de spellingsmoeilijkheden uit thema 1 van de methode Talent 5.

Volgende leerstof wordt ingeoefend:

• de tegenwoordige tijd van werkwoorden;
• woorden met g of ch;
• woorden met gt of cht;
…

Deze oefening op woorden op d of t sluit aan bij thema 8 les 10 van de methode. 

In deze oefening komen woorden met au of ou aan bod. Ook wordt er geoefend op woorden die eindigen met een d of to en woorden die en doffe e hebben. De Bookwidgets is gebaseerd om thema 9, les 5 van de methode.

Via deze werkbundel worden volgende spellingsmoeilijkheden ingeoefend:

• woorden met f en v;
• woorden met s en z;
• woorden met een open en gesloten lettergreep;
• meervoud;
• eindletter d of t:
• eindletter b of p;
• woorden met c of k;
• woorden met -ng en …

Kaartjes om te gebruiken bij het spel Trivial Pursuit.

Volgende spellingsonderdelen komen aan bod:

• ei/ij,
• ou/au,
• gt/cht,
• t/d,
• verenkelen en verdubbelen,
• aai, ooi, ieuw, eeuw, uw. 

Herhalingsbundeltjes om -d of -t aan het einde van een woord te herhalen. 

Herhalingsbundeltje om -d of -t aan het einde van een woord te herhalen; in dit geval werken we met samenstellingen en moeilijke kopjes/staartjes. 

Met een toets over -d of -t aan het einde van een woord.

Oefen met deze spelkaartjes op het correct gebruik van de -d of -t als eindletter.

Aan de hand van deze oefenkaarten wordt volgende leerstof ingeoefend:

• verkleinwoorden;
• eindletter d of t;
• woorden met au of ou;
• katten- en berenwoorden.

Leerlingen zetten een rood carnavalsbrilletje op tijdens het maken van de opdrachten. Doordat de …

Oefeningen rond de verlengingsregel. Staat er op het einde van het woord een -d of een -t? Een -b of een -p?

Tijdens deze beweegopdracht rubriceren leerlingen woorden bij de passende spellingscategorie. Ze schrijven het woord ook nog eens op.

Er wordt geoefend rond volgende spellingscategorieën:

• woorden met ei of ij;
• woorden met au of ou;
• woorden …

Aan de hand van een ladderspel oefenen leerlingen rond volgende spellingsmoeilijkheden:

• woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen;
• woorden met ei of ij;
• woorden met au of ou;
• woorden met eindletter b of p;
• woorden met eindletter d of t.