Opdrachten waarbij de leerlingen het verschil leren tussen een feit en een mening, en leren argumenteren.

Volgende taken komen aan bod:

• ze geven hun mening over een stelling;
• ze kijken naar een nieuwsfragment op vrt.be en beantwoorden vragen bij het …

Met deze toets kan je nagaan of leerlingen volgende leerstof kennen:

• het onderwerp aanduiden in een zin;
• de persoonsvorm aanduiden in een zin;
• verwijswoorden aanduiden;
• uitleggen wat sleutelwoorden zijn;
• signaalwoorden opsommen;
• uitleggen wat een …

Opdracht in duo's waarbij de leerlingen zelf een nep nieuwsbericht maken.

De opdracht bestaat uit verschillende onderdelen:

• zelf een nep nieuwsbericht bedenken en uitwerken met behulp van ChatGPT;
• het gegenereerde nieuwsbericht verder aanvullen met …

Digitale oefening met meerkeuzevragen over fictie en non-fictie.

Leerlingen lezen een artikel uit de Kitskrant. Het artikel gaat over hooikoorts. Voor, tijdens en na het lezen lossen leerlingen er allerlei opdrachten over op.

Volgende leerstof komt aan bod:

• titel, tekstsoort, doel en bron noteren;
…

In dit document vind je kaartjes waarop de woorden feit of mening staan. Leerlingen kunnen de kaartjes omhoog steken wanneer ze moeten aangeven of iets een mening of een feit is.

Aan de hand van deze extra oefening oefenen je leerlingen de begrippen feit en mening in aan de hand van sportfiguren.

Bij een gemiddeld klassiek concert zul je niet veel leerlingen zien. Toch horen zij elke dag klassieke muziek voorbijkomen in series, films en zelfs in reclames. In deze lessenserie maken leerlingen kennis met de kracht van muziek en bewegend …

Leerlingen krijgen stellingen over seks. Bij elke stelling duiden ze aan of het een feit of een fabel is. De conclusie is dat er meer fabels dan feiten zijn.

Een PowerPoint-presentatie bestaande uit:

• mondelinge en visuele instructies (Wat is het verschil tussen een feit en een mening?)
• een interactieve oefening (Zijn de zinnen die je krijgt een feit of een mening?)

In dit leermiddel vind je posters rond volgende leerstof:

• maal- en deeltafels,
• lidwoorden,
• werkwoorden,
• hoofdlettergebruik,
• zelfstandig naamwoord,
• bijvoeglijk naamwoord,
• stoffelijk bijvoeglijk naamwoord,
• signaalwoorden,
• samenstellingen,
…

Theorie en oefeningen over het verschil tussen een feit en een mening:

• uitleg en voorbeeldzinnen;
• opdracht waarbij de cursist aangeeft of iets een feit of een mening is;
• opdracht waarin de cursist de mening in een feit verandert.