Via deze memory oefen je de woordenschat van de meubels (soorten meubels, vorm en motief).

Deze oefening hoort bij Deel 3: Te koop! (Zo Gezegd 1.2)

Het dagelijks leven zit vol rituelen, tradities en gewoontes. Op de website van het Huis van Alijn vind je artikels, foto's, video's en documenten uit de 20ste en 21ste eeuw die aanzetten tot reflectie over het dagelijks leven, vroeger en nu.

Deze website bevat lesmateriaal (posters, werkboeken, themamateriaal, spelletjes ...) voor anderstalige nieuwkomers. Het lesmateriaal is gekoppeld aan de methode Wereld vol woorden. Maar het materiaal kan ook los van deze methode gebruikt worden. …

In dit bundeltje bekijkt de leerling een afbeelding van een huis waarin een beer in elke kamer komt.
De leerling benoemt elke kamer en vult de gaten in de tekst over de prent aan.

De tekst nodigt de leerling uit elke kamer grondig te bekijken en te …

25 jaar geleden zwaaiden de laatste Belgische dienstplichtigen af. Zo komt er voor heel wat jonge mannen een einde aan de verplichte legerdienst. Hoe beleefden de voorgaande generaties het soldatenleven, ver weg van hun vertrouwde thuis? Hoe …

In dit document vind je woordkaarten voor anderstalige nieuwkomers rond het thema wonen. 

Om de verschillende woordsoorten aan te duiden, zijn de kleuren gebruikt volgens de methode Zien is Snappen.

Met deze werkblaadjes oefenen anderstalige nieuwkomers de woordenschat rond volgende thema's: de school, het huis, het lichaam, fruit, dieren, de herfst, kleding en voertuigen.

Met dit werkblad oefenen leerlingen de woordenschat over het huis en de kleuren.

Leerlingen werken per twee. Leerling A leest wat de ander moet doen (deel van het huis tekenen in de juiste kleur). Leerling B voert uit. Dan keren de rollen om.

Dit leermiddel bevat zes geïllustreerde woordzoekers waarmee anderstalige nieuwkomers alledaagse woordenschat kunnen inoefenen.

Elke woordzoeker focust op één thema:

• op school,
• eten en drinken,
• knutselen,
• het huis,
• dagen van de …

Vragen bij thema 5: Het huis.

De cursist krijgt een aantal vragen over een huis, zoals:

• Welke kamers zijn er in het huis?
• Wat voor huis is het?
• Zie je huisdieren in het huis?
• ...

Een video met woordenschat over de woning:

• Welke kamers zijn er in het huis?
• Welke objecten zijn er in de kamers?

Via een spelletje zeeslag oefenen leerlingen de woordenschat rond het thema huis.

De bundel bevat spelregels, enkele klaargemaakte bladen, woordkaartjes en een blanco speelblad.