Oefeningen op de zinsconstructie:

• zinnen met (niet) graag,
• zinnen met gaan of kunnen + infinitief,
• inversiezinnen,
• samengestelde zinnen met een voegwoord,
• negatiezinnen met niet, geen en nooit.

Met deze hulpfiche werk je rond de tegenwoordige tijd en de imperatief. 

Deze dagstarters kan je gebruiken in week 12. Met de dagstarters herhalen leerlingen de leerstof uit blok 3 van de methode Reken Maar! 4 en de leerstof uit thema 2 en 3 van de methode Talent 4. 

Volgende leerstof wordt ingeoefend:

• afronden …

Aan de hand van dit spel oefenen leerlingen rond de persoonsvorm, de infinitief en de tegenwoordige en verleden tijd.

A/B-oefening om zinnen met om te + infinitief te oefenen.
Leerling A stelt een vraag: 'Waarom ...?'. Leerling B moet het juiste antwoord kiezen. Daarna wisselen ze.

Werkbundel waarin de leerling het gebruik van voegwoorden leert kennen en toepast.

Leerdoelen die aan bod komen:

• een samengestelde zin vormen;
• voegwoorden gebruiken;
• de woordvolgorde aanpassen in zinnen;
• voorbeelden geven van een voegwoord;
…

Deze instapoefening gaat over de spelling van het werkwoord.

In deze presentatie moet telkens het werkwoord in de infinitief door de leerlingen in de juiste tijd en vorm ingevuld worden.

Oefenbundel over de gebiedende wijs.

De bundel bevat volgende onderdelen:

• aanbreng via het lied Carpe Diem van Gene Thomas;
• de infinitief afleiden van de stam van het werkwoord;
• open en gesloten lettergrepen bij de vervoeging van het werkwoord; …

In deze vind je een overzicht van de kenmerken van een naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde.

Bij de eerste oefenreeks noteer je naast elke infinitief de stam van het werkwoord.

In de tweede oefenreeks ga je in zinnen op zoek naar het werkwoord. Noteer de infinitief en de stam.

Via volgende oefeningen oefen je rond werkwoordspelling:

• werkwoorden aanduiden in zinnen;
• infinitief en stam noteren;
• persoonsvorm aanduiden;
• aangeven of een werkwoord in de tegenwoordige of verleden tijd staat.

Met deze herhalingsoefeningen wordt de leerstof rond werkwoorden en taalbeschouwing opgefrist op het eind van het vierde leerjaar.

In deze documenten vind je volgende opdrachten:

• tegenwoordige en verleden tijd herkennen;
• werkwoorden met …