In deze invuloefening wordt geoefend op woordvolgorde. De begrippen vraagzin, hoofdzin en bijzin komen aan bod. 

In deze video leer je hoe je vragen maakt in het Nederlands. Je leert over ja/nee-vragen en over de vraagwoorden. Je maakt ook kennis met een zekere Filip.

Deze toets sluit aan bij het tweede thema Dit is mijn vriend binnen het handboek. 

Je leert inversie gebruiken in vraagzinnen, enkelvoudige zinnen en samengestelde zinnen. 

Vier oefeningen ter voorbereiding van het samenvatten van de reportage over Kris Baert die probeert af te kicken van slaappillen. Deze spreekopdrachten horen bij oefening 29 p. 73 uit D2: Als schaapjes tellen niet meer helpt van het handboek Zo …

Schrijfoefeningen bij D2: Alle dagen feest! van Zo Gezegd 2.4 schriftelijk.

Eerst maken de cursisten grammaticaoefeningen als voorbereiding op de schrijfopdracht. Dan krijgen ze een schrijfkader om een verslag over een feest te schrijven.

Bundel over de vorming van de o.t.t. (theorie en oefeningen):

• werkwoorden met lange klanken
• werkwoorden met -t in stam
• inversie bij je/jij
• werkwoorden op -ven en -zen
• onregelmatige werkwoorden

Met deze hulpfiche werk je rond de tegenwoordige tijd en de imperatief. 

A/B-oefening om de inversiezin in te oefenen. De oefening past binnen het thema Wat doe jij op een dag? en gaat over dagelijkse activiteiten.

Oefening op inversie na bijwoordelijke bepaling van tijd.

Dit is een herhalingsbundel met grammaticaoefeningen over:

• de bijzin;
• de omgekeerde woordvolgorde;
• de vervoeging van de werkwoorden;
• de plaats van de scheidbare werkwoorden in de hoofd- en bijzin;
• het gebruik van de voegwoorden;
• de ontkenning.

Een A-B-oefening om leerlingen zelfstandig inversie te laten inoefenen. De ene leerling maakt zinnen en de andere controleert, en vice versa.