In deze oefeningenreeks zetten de leerlingen de woorden in het meervoud volgens de regels van het verenkelen en verdubbelen.

De oefeningen zijn gebaseerd op de onthoudkaarten van Irene Dubbelman.

Deze oefening rond klinkers en klankgroepen sluit aan bij thema 7 les 5 van de methode. 

Een werkblad waarbij leerlingen woorden met een e of ee op de juiste plaats schrijven. 

De cursisten plaatsen 18 woorden bij de juiste klank.

Leerlingen oefenen het lezen van woorden met korte en lange klinkers.

Vier bingokaarten voor het oefenen van de lange klinkers aa, ee, oo en uu.

Via bewegend leren oefen je het lezen van korte en lange klinkers. Lees de letters en voer tussendoor de juiste beweging uit.

Kaartjes om de korte en lange klanken en de tweeklanken in te oefenen. Ook bijzondere klanken zoals sch-, -nk en -ng komen aan bod. Je krijgt ook tips over hoe je met de kaarten aan de slag kan in de klas.

Lees de woorden en de zinnen en oefen zo rond de korte en lange klanken e - ee, o - oo, a - aa en u - uu.

In deze video leer je hoe je de korte en lange vocalen moet uitspreken. Je leert ook over de tweeklanken.

Op deze posters zie je een overzicht van korte, lange en andere klanken.

Verenkeling bij woorden met een lange vocaal, hoe werkt dat? Wanneer moet je verenkelen bij verba, substantieven en adjectieven?