Oefeningen per hoofdstuk bij de modules 1 tot en met 7 uit de methode die gebruikt kunnen worden ter herhaling of als voorbereiding op een toets.

Studeerkolommen om de vertaling en schrijfwijze in te oefenen van de woorden uit modules 1 tot 8 van de methode.

Woordkaartjes met de nieuwe woordenschat uit de eerste acht modules van de methode.

Flitskaartjes of oefeningen om de woordenschat uit module 1 tot 7 in te oefenen.

Overzicht met de vocabulaire en vervoegingen in de indicatif présent van onregelmatige werkwoorden uit de modules 1 tot 4.

Flitskaarten om de woordenschat van module 2 uit de methode in te studeren. Daarnaast heb je ook de mogelijkheid om de woordenschat verder in te oefenen met een test, een spelletje of een woordenlijst.

Flitskaartjes of oefeningen om de woordenschat uit module 2, acte 6 in te oefenen.

Flitskaartjes of oefeningen om de woordenschat uit module 2, acte 4 in te oefenen.

Flitskaartjes of oefeningen om de woordenschat uit module 2, acte 5 in te oefenen.

Flitskaartjes of oefeningen om de woordenschat uit module 2, acte 3 in te oefenen.

Flitskaartjes of oefeningen om de woordenschat uit module 2, acte 2 in te oefenen.

Dit is een toets na module 2 en is gebaseerd op de handleiding en het werkboek. De vier domeinen komen aan bod: luisteren, lezen, schrijven en spreken.