Je oefent de spelling van woordpakket 1 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.

Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:

• woorden met ei en ij;
• woorden met au en ou;
• woorden met aai, ooi en oei;
• woorden met eeuw en ieuw.

De dieren in de dierentuin zijn ontsnapt. Door opdrachten op te lossen, kun je de ontsnapte dieren terug naar hun kooi brengen.

Je oefent op:

• onderwerp en persoonsvorm aanduiden in een zin,
• werkwoordspelling,
• woorden met open en gesloten …

Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.

Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:

• woorden die eindigen op -ig(e);
• woorden die eindigen op -lijk(e);
• woorden met au of ou.

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 12 van de methode Tijd voor Taal accent 5.

Je rangschikt woorden op alfabetische volgorde, vult zinnen aan met ontbrekende woorden en je vult ontbrekende letters (ei of ij en au of ou) aan in de …

Met deze oefeningen oefen je de woorden uit thema 4, les 1 van de methode De Taalkanjers 3.

Je oefent de spelling van woorden met au of ou.

Je kan kiezen uit volgende spelletjes: woorden overschrijven, flashcards, woordzoeker en galgje.

Je oefent de spelling van woorden uit thema 7, 8 en 9 van de methode Talent 4.

Volgende spellingsmoeilijkheden worden ingeoefend:

• werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd,
• zinnen aanvullen met een voltooid deelwoord,
• woorden met d of t,
…

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 10 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Luister naar het woord en tik het woord in. Je oefent de spelling van woorden met ei of ij en au of ou.

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 23 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Je oefent de spelling van woorden met ei of ij en au of ou.

Je lost twee types oefeningen op:

• schrijf de woorden over,
• luister naar het woord en …

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 16 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

Je oefent de spelling van woorden met au of ou. Schrijf bij elke afbeelding het juiste woord uit het woordpakket.

Een reeks flitskaarten waarmee je de woorden van woordpakket 10 van de methode Tijd voor Taal accent 3 kunt oefenen. Je oefent op woorden met tweeklanken ei of ij en au of ou. 

De woordenschat wordt ondersteund door afbeeldingen. Aan de …

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 1 van de methode Tijd voor Taal 4.

Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:

• woorden met au of ou,
• woorden met ei of ij,
• woorden met aai, ooi en oei,
• woorden met eeuw en ieuw.

Vul de ontbrekende letters aan in de woorden.

Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:

• woorden met eeuw en ieuw,
• woorden met ooi en aai,
• woorden met ei of ij,
• woorden met au of ou,
• woorden met d of t,
• woorden met b of p,
…