35 draaikaartjes om het perfectum van onregelmatige verba te oefenen.

Quiz van 50 vragen. Je krijgt de infinitief van het verbum en vult het bijbehorende participium in. Het gaat om een mix van frequente en minder frequente werkwoorden, zoals surfen, dweilen, sneeuwen, steppen, zeilen en kamperen.

Oefen het perfectum van onregelmatige werkwoorden, met het participium ge + infinitief.

Quiz met 30 vragen over het participium van regelmatige verba. De cursisten bekijken de foto en schrijven de juiste vorm van het participium.

Oefening op het participium waarin de theorie herhaald wordt en nadien de leerstof uit het tweede jaar ingeoefend wordt.

Grammaticaoefening bij deel 2: Informeer je! van Zo Gezegd 2.2 schriftelijk.

De cursisten krijgen een reeks zinnen en vullen de juiste vorm van het presens of perfectum in.

De cursisten krijgen een zin en vullen de juiste vorm van het participium in. 

Quiz over het perfectum van onregelmatige verba en de verba van mobiliteit.

BookWidgetsoefening waarbij je het participium (of voltooid deelwoord) met de juiste infinitief combineert.

Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba.

Je plaatst de infinitief van een verbum bij het juiste participium (of voltooid deelwoord).

Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba, zoals strijken, nemen, voethallen en kussen.

Je plaatst de infinitief van een verbum bij het juiste participium (of voltooid deelwoord).

Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba, zoals kijken, drinken, koken en spelen.

Je kiest de correcte infinitief die bij het participium (voltooid deelwoord) hoort.

Verbums als ontbijten, bezoeken, bakken en opstaan komen aan bod.