Deze hulptabel kan je gebruiken om het flexibel rekenen aan te brengen (optellen en aftrekken tot 1000). De tabel is niet volledig ingevuld. Je kan ze klassikaal laten aanvullen.

Dit sjabloon kan een hulp zijn bij het delen en vermenigvuldigen met kommagetallen tot op een tiende. Leerlingen lossen de oefeningen op via cirkelrekenen.

De leerling vult de oefening in op het sjabloon en zet de oefening om naar tiendentaal. Ze …

Deze kaart zorgt ervoor dat een leerling met een lateralisatiestoornis kan zien in welke richting hij/zij moet werken bij het optellen en aftrekken tot 100.

Dit blad kan een hulp zijn bij het oplossen van volgende types oefeningen:

• TE + E met brug;
• TE - E met brug.

Leerlingen vullen de getallen eerst in in de bovenste rij (T en E invullen). Daaronder tekenen ze de getallen met staafjes en bolletjes. …

Deze fiche kan een hulp zijn bij het berekenen van wisselgeld.

Deze breukenmuur kan een hulpmiddel zijn bij het rekenen met breuken (breuken vergelijken, breuken vereenvoudigen).

In dit leermiddel vind je volgende rekenhulpmiddelen:

• positietabel,
• herleidingstabellen (gewicht, lengte, oppervlakte, inhoud),
• tafelkaart,
• omzettingen van breuken naar procenten en kommagetallen.

Op dit stappenplan wordt uitgelegd hoe je kan optellen en aftrekken tot 1000 door gebruik te maken van de vaste getalkaart.

Deze hulpkaarten kunnen een hulp zijn wanneer leerlingen toepassingen rond ongelijke verdeling moeten oplossen.

Er zijn verschillende hulpkaarten rond ongelijke verdeling toegevoegd:

• toepassingen waarbij de som en het verschil opgegeven zijn, …

Aan de hand van een stappenplan wordt aan de leerlingen uitgelegd hoe je moet optellen en aftrekken tot 20. Op het eerste blad vind je de uitleg en oefeningen zonder brug. Op het tweede blad vind je de info over brugoefeningen.

Deze kaarten kunnen een hulp zijn bij het oplossen van oefeningen van de volgende types:

• HTE (E=0) : E;
• E x TE (E=0).

De kaarten bieden een gevisualiseerde instructie, rekentruc, voorbeeld en ruimte om een eigen oefening te noteren en te maken.

Op deze stappenplannen wordt uitgelegd hoe je de tijdsduur kan berekenen. 

Er worden drie verschillende werkwijzen uitgelegd:

• enkel de minuten verschillen,
• enkel de uren verschillen,
• de uren en minuten veranderen.