In deze les maken leerlingen kennis met volgende begrippen uit het verkeer:

• rijbaan,
• berm,
• bushalte,
• fietssuggestiestrook,
• parkeerstrook.

Ze leren de betekenis ervan kennen en weten hoe ze zich er veilig moeten gedragen.

In deze woordzoeker zoeken je leerlingen woorden die te maken hebben met op straat. De woorden die ze moeten zoeken zijn auto, fiets, huizen, kruispunt, lantaarn, lopen, oversteken, rijbaan, rijden, trottoir, verkeer, voetganger, vuilnisbak en …

Deze toets sluit aan bij les 6 uit de methode Octopus Verkeersland 4.

Leerlingen beantwoorden vragen over de plaats van de fietser op de weg.

Verkeersregels kennen en toepassen:

• rechts rijden;
• als er een gelijkgrondse berm is: aarde, gras, kiezelsteen (zelfde hoogte als de baan);
• buiten de bebouwde kom: op gelijkgrondse berm.
• je mag met twee naast elkaar rijden. ‘Veilig is wel …