In deze video leer je over het persoonlijk en possessief pronomen. Je leert ook over het persoonlijk pronomen na een prepositie.

In dit document vind je een overzicht van de aangeboden grammaticale onderdelen die aansluiten bij New Backbone 2, Unit 1:

• subject and object pronouns;
• positive and negative questions with to be;
• positive and negative questions with have got …

Hoe is het weer vandaag? In deze video leer je omschrijven welk weer het is.

Eenvoudige PowerPointpresentatie over the present simple: positive, negative, questions (inversion questions, question-word questions, subject questions), to be, can, have got, adverbs of frequency. Er zitten ook telkens enkele oefeningen in.

Video waarin wordt uitgelegd hoe je een zin maakt met een subject, een verbum en plaats of tijd. Je leert de woordvolgorde in een normale zin, in een vraagzin en bij inversie.

Tell a future student about your school life is een schrijfopdracht met evaluatierubric waarbij leerlingen schrijven over verschillende aspecten op hun school zoals

• hun lessenrooster;
• hun favoriete vakken;
• hun favoriete dag;
• drie activiteiten die ze …

Op een eenvoudige manier Nederlandse zinnen maken voor anderstaligen.

In deze oefening over congruentie krijg je tien zinnen waarbij je de juiste werkwoordsvorm moet kiezen die overeenkomt met het onderwerp:

Half of my family lives/live in Great Britain.

Je krijgt ook telkens uitleg bij een fout antwoord.

In deze oefening over congruentie krijg je twaalf zinnen waarbij je de juiste werkwoordsvorm moet kiezen die overeenkomt met het onderwerp:

A number of people was/were waiting for the bus. 

Je krijgt ook telkens uitleg bij een fout antwoord.

Oefening waarbij de leerlingen het onderwerp moeten onderlijnen. Daarna beantwoorden ze de volgende vragen:

• Staat het onderwerp in het enkelvoud of meervoud?
• Staat het werkwoord in de eerste, tweede of derde persoon?

Via deze Quizlet oefen je de woordenschat in verband met het klaslokaal en de schoolvakken in. 

In dit document wordt het verschil tussen het personal pronoun en het object pronoun uitgelegd. Vervolgens maken de leerlingen opdrachten om de leerstof in te oefenen.