Deze bundel beval alle grammaire die de leerlingen moeten kennen in het zesde leerjaar.

Dit didactisch referentiekader bundelt inzichten uit wetenschappelijk onderzoek naar effectieve grammaticadidactiek. Het werd ontwikkeld door het Vlaams Talenplatform in samenwerking met onderzoekers en leerkrachten.

Video waarin wordt uitgelegd wanneer tout gebruikt wordt als onveranderlijk bijwoord en in welke situaties het gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord en er dus een aanpassing nodig is.

Quiz over de leerstof van het vijfde leerjaar. Eerst komen de woordjes aan bod, daarna ook de werkwoorden, futur proche en passé récent. 

YouTubekanaal waar Bernard Fripiat aan de hand van saynètes (korte sketches) grammaticale items uitlegt.

Het thema 'verhuizen' en alles wat daarbij komt kijken staat in de voorstelling Zoé en de magische zolder centraal. Wanneer al het vertrouwde wegvalt, ervaart een kind verschillende emoties zoals: verdriet, boosheid en angst. Of je nu verhuist …

Vervoeging van de werkwoorden être, aller, avoir, faire en prendre in de indicatif présent.

Leerlingen oefenen het verschil tussen il est, elle est, c’est, il a, elle a en il y a in korte zinnen.

Overzicht van alle werkwoorden en hun vervoeging die voorkomen in de methode.

Overzicht van de werkwoorden die aan bod komen in de methode en hun vervoeging.

Oefeningen of toetsen op de werkwoorden uit de methode. Er is telkens een makkelijkere en een moeilijkere versie.

À première vue, le système verbal en français ressemble plutôt à un vrai bric-à-brac, sans logique apparente. Les élèves apprennent des verbes par cœur… puis les oublient. …

28-01-2026