Interactieve presentatie op basis van het spel Who wants to be a millionair.

Je kan dit gebruiken om delen van de les vast te zetten a.d.h.v. formatieve evaluatie. 

In dit document vind je een overzicht van de aangeboden grammaticale onderdelen die aansluiten bij New Backbone 2, Unit 1:

• subject and object pronouns;
• positive and negative questions with to be;
• positive and negative questions with have got …

Tekst met invuloefening op de vervoeging van het werkwoord to be in de simple present en het stellen van vragen en geven van antwoorden.

Oefeningen en beknopt theoretisch overzicht over de personal pronouns en het werkwoord to be (affirmative, negative, questions). 

Herhalingstoets over de leerstof uit unit 2. Volgende onderwerpen komen aan bod:

• to be (negative, affirmative and questions),
• have got, 
• can,  
• days, 
• clock, 
• school subjects, 
• locations. 

In deze interactieve invuloefening krijg je tien zinnen waarin je verschillende vormen van het werkwoord to be allowed to in verschillende tijden moet kunnen kunnen vervoegen. Op het einde van de reeks kun je je antwoorden laten nakijken via de …

In deze interactieve invuloefening krijg je tien zinnen waarin je verschillende vormen van het werkwoord to be able to in verschillende tijden moet kunnen kunnen vervoegen. Op het einde van de reeks kun je je antwoorden laten nakijken via de knop …

In dit overzicht met visuele ondersteuning vinden leerlingen de vervoeging van het werkwoord to be, inclusief negatie en verkorte vorm.

In deze BookWidgets doorlopen de leerlingen vijf korte invuloefeningen op de verleden tijd van to be en to have gevolgd door gemengde basisoefeningen op de simple past. 

In deze BookWidgets doorlopen de leerlingen vijf korte opgaves met invuloefeningen op to be, to have en gemengde basisoefeningen op de present simple. 

In deze controletoets of taak kan je oefeningen terugvinden over de vervoeging van het werkwoord to be, alsook over de question words, numbers en letters.

Cluedospel waarbij geoefend wordt op de volgende leerstof:

• to be, to have (got), can;
• family relationships;
• house and furniture.