In deze online quiz wordt de spelling van het verkleinwoord ingeoefend.

In deze bundel vind je een herhaling van de basisoefeningen voor Nederlands. Je leerlingen herhalen de hoofdletters, verkleinwoorden, meervouden, het alfabetisch rangschikken, tweeklanken, onderwerp en persoonsvorm, leestekens en de vervoeging van …

Dit is een bundel voor leerlingen die Nederlands leren.

Leerlingen oefenen: 

• woordenschat in verband met Valentijn;
• de gewoontes bij Valentijn;
• het gebruik van verkleinwoorden;
• het gebruik van het meervoud;
• het gebruik van het juiste …

Met deze werkblaadjes oefenen leerlingen de woordpakket 16 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Er is een werkblad waarbij leerlingen de woorden rubriceren in de juiste kolom (woorden met ch, woorden met g, verkleinwoorden, woorden met ie). Op het …

Met het werkblad en de woordzoeker oefenen leerlingen rond verkleinwoorden op -je, -tje, -pje en -etje.

Via dit schema wordt uitgelegd hoe je een verkleinwoord kan maken van woorden. Er wordt gestart met de laatste klank/klinker van een woord om tot een correct verkleinwoord te komen.

Met deze dagstarters wordt de leerstof opgefrist uit blok 5 van de methode Reken Maar! 3 en uit thema 4 van de methode Talent 3.

Volgende leerstof wordt ingeoefend:

• hoofdrekenen tot 1000;
• delen met rest;
• alfabetisch rangschikken;
• zelfstandige …

Via deze werkbundel kan je de leerstof tot de kerstvakantie herhalen.

Volgende onderwerpen komen aan bod:

• evenwijdig en loodrecht;
• cijferen tot 100 000;
• verkleinwoorden;
• onderwerp en persoonsvorm;
• woorden waarbij je moet verenkelen of verdubbelen; …

Een toets met volgende onderdelen:

• woordsoorten (lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord);
• onderwerp en persoonsvorm;
• tegengestelde,
• verkleinwoorden,
• samenstellingen,
• alfabetische volgorde
• ...

Met deze werkvorm kan je snel en volledig alle woordsoorten herhalen en opfrissen met een relatief grote klasgroep.

Leerlingen noteren naast elk woord het verkleinwoord. Als het verkleinwoord gegeven is, noteren ze het gewone woord. Er wordt geoefend met verkleinwoorden op -je, -tje en -pje.

Leerlingen noteren het meervoud en verkleinwoord van woorden met een korte klank. Ze duiden de korte klank aan in het rood. De medeklinkers die er op volgen worden aangeduid in het groen.