De cursisten krijgen een zin en vullen de juiste vorm van het participium in. 

Dit werkwoordschema helpt bij het vervoegen van de werkwoorden. Eerst wordt er onderscheid gemaakt tussen PV (elastiek omdat het zich aanpast aan de persoon en aan de tijd) en VD (steen = vaste vorm).

Dit is een verrijking bij het …

Deze werkbundel bevat heel wat oefeningen om werkwoorden in de verleden tijd te oefenen.

De bundel bestaat uit drie delen:

• wat is verleden tijd;
• oefenen rond sterke werkwoorden;
• oefenen rond zwakke werkwoorden.

Er is ook een lijst toegevoegd met de …

BookWidgetsoefening waarbij je het participium (of voltooid deelwoord) met de juiste infinitief combineert.

Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba.

Quiz over het perfectum van onregelmatige verba en de verba van mobiliteit.

Via de twee werkbladen oefen je het perfectum van veelvoorkomende verba.

In de tabel vul je voor elke persoon de juiste vorm van het perfectum in. Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba.

Op deze hulpkaart wordt uitgelegd hoe je werkwoorden moet vervoegen in de tegenwoordige tijd.

Je plaatst de infinitief van een verbum bij het juiste participium (of voltooid deelwoord).

Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba, zoals strijken, nemen, voethallen en kussen.

Je plaatst de infinitief van een verbum bij het juiste participium (of voltooid deelwoord).

Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba, zoals kijken, drinken, koken en spelen.

Je kiest de correcte infinitief die bij het participium (voltooid deelwoord) hoort.

Verbums als ontbijten, bezoeken, bakken en opstaan komen aan bod.

Je plaatst de infinitief van een verbum bij het juiste participium (of voltooid deelwoord).

Verbums als gaan, lezen, spreken en strijken komen aan bod.

Leerlingen oefenen het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd. Ze vullen elke zin aan met de juiste werkwoordsvorm.