Dit werkwoordschema helpt bij het vervoegen van de werkwoorden. Eerst wordt er onderscheid gemaakt tussen PV (elastiek omdat het zich aanpast aan de persoon en aan de tijd) en VD (steen = vaste vorm).

Dit is een verrijking bij het …

Aan de hand van deze wandplaten werk je rond spelling: het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige of verleden tijd.

Een werkblad rond sterke en zwakke werkwoorden We starten met het voorlezen van het volledige gedicht 'Verwarrende werkwoorden' van Joke Van Leeuwen. Dit is een ideale opwarmer om nadien een leergesprek te hebben over deze verwarrende regels. 

De werkbundel biedt woorden met betrekking tot het thema lente aan. Er wordt aandacht gegeven aan bijvoeglijke naamwoorden, tegenstellingen, kleuren en werkwoordvervoeging en de onvoltooid tegenwoordige tijd.

Je vindt hier vier korte oefeningen over het persoonlijk voornaamwoord (als onderwerp), de werkwoorden hebben en zijn en de negatie. De instructies bij de oefeningen zijn in het Nederlands, het Engels en het Frans.

Oefeningen op de imperatief van (scheidbare) verba. De leerlingen schrijven ook een stappenplan over hoe je een boterham smeert.

Extra idee: laat de leerlingen hun favoriete recept neerschrijven/uittypen en maak hier een klasreceptenboekje …

Een werkbundel bij het boek: Ik kom je opeten van Tony Ross. Er zijn inhoudsvragen, aanvulzinnen en oefeningen op onregelmatige werkwoorden. 

Maak correcte vragen met de constructie Wil je ...? of Willen jullie ...?

Maak correcte vragen met mag/mogen en de opgegeven woorden.

Oefen het vervoegen van het werkwoord zijn (eerste persoon enkelvoud en derde persoon enkelvoud en meervoud).

Oefen het vervoegen van het werkwoord hebben (derde persoon enkelvoud en meervoud).

Oefeningen op de vervoeging van wederkerende werkwoorden.

De leerlingen vullen de juiste vorm van het werkwoord in. Je vindt hier ook een aantal samengestelde (of scheidbare) wederkerende werkwoorden.