De leerlingen verbinden de verschillende zinnen met het juiste leesteken.

Leerlingen vullen de zinnen aan met het juiste leesteken (punt, vraagteken of uitroepteken).

Eenvoudige oefeningen op de leestekens: punt, vraagteken en uitroepteken.

Volgende opdrachten komen aan bod:

• duid aan welke soort zin het is,
• noteer het juiste leesteken.

Verschillende oefeningen:

• soorten zinnen classificeren,
• zinnen samenstellen met woorden,
• juiste leesteken invullen,
• ...

Wanneer gebruik je welk leesteken? Je vindt het allemaal terug op deze hulpfiche.

Herhaling van de leestekens punt, vraagteken, uitroepteken.

De leerlingen leren met dit bundeltje

• waarom we leestekens gebruiken;
• welke leestekens er zijn (in deze bundel enkel punt, vraagteken en uitroepteken);
• en bij welke soort zinnen we welk leesteken zetten.

Er zijn ook oefeningen om het onderwerp …

De leerlingen herhalen in deze taak de functie van de leestekens. Ze zetten de juiste leestekens bij de zin, maar leren ook leestekens op de juiste plaats in een tekst zetten.

Een toets voor leerlingen uit het tweede leerjaar rondom de leestekens punt, vraagteken en uitroepteken.

Met deze werkblaadjes oefenen leerlingen rond het correct gebruik van hoofdletters en leestekens. Ze kopiëren woorden en schrijven waar nodig een hoofdletter. Ze vullen de ontbrekende hoofdletters en leestekens aan in de zinnen.

Deze wandplaat toont de leestekens die op het einde van de zin kunnen geplaatst worden: 

• een punt, 
• een vraagteken, 
• een uitroepteken.