Een observatiefiche om het wegen van een halve kilogram en een kilogram op een digitale en analoge weegschaal te evalueren.

Met dit hoekenwerk ontdekken de leerlingen zelf de relaties tussen gewichtsmaten.

Functionele oefeningen op getallen tot 1000:

• getallen aflezen,
• getallen vergelijken,
• minder of meer.

Tijdens dit hoekenwerk rond gewicht leren de leerlingen verschillende weegschalen hanteren. Leerlingen doen aan schattend wegen, ze wegen met een balans, een keukenweegschaal en een personenweegschaal.

Stap voor stap verkennen van het verschil tussen een analoge en digitale weegschaal.
De leerlingen gaan aan de slag met 1 kg en 500g.

In deze woordzoeker zoeken je leerlingen woorden die te maken hebben met meten en wegen. De woorden die ze moeten zoeken zijn: centimeter, decimeter, gewicht, inhoudsmaat, kilogram, kilometer, lengtemaat, liter, maatbeker, mijl, milligram, …

In deze woordzoeker zoeken je leerlingen woorden die te maken hebben met de dokter. De woorden die ze moeten zoeken zijn: bloeddruk, gezond, inenting, koorts, medicijn, operatie, patiënt, pleister, spuitje, thermometer, wachtkamer, …

Oefening met zelfcorrectie waarbij de leerlingen de meetinstrumenten correct sorteren bij tijd, gewicht of temperatuur.

Welke meetinstrumenten worden gebruikt om te wegen?
En welke maateenheden zijn gewichtsmaten?

Een kleine inoefening ter herhaling.

Met deze doeopdrachten weeg je een kilogram en vergelijk je of andere producten meer of minder wegen. 

Leerlingen leren zelf voorwerpen te meten, wegen en de inhoud te bepalen waarbij ze tevens oefenen op het omzetten van eenheden. 

Deze bundel bevat uitgewerkte activiteiten om onderzoekend leren bij kleuters te bevorderen. De doelen die vermeld zijn, zijn de ontwikkelingsdoelen en leerplandoelen van het katholiek onderwijs.