Sleep de eenlettergrepige woorden naar de juiste kolom (woorden met e, ee of i).

Deze oefening is voor leerlingen die het moeilijk hebben met het verschil tussen i en e.

Met deze herhalingsbundel oefenen leerlingen de spellingsmoeilijkheden uit thema 6 van de methode Talent 5. 

Volgende leerstof wordt ingeoefend:

• de verleden tijd van werkwoorden;
• de tegenwoordige tijd van werkwoorden;
• het voltooid deelwoord; …

Met deze herhalingsbundel oefenen leerlingen de spellingsmoeilijkheden uit thema 5 van de methode Talent 5.

Volgende leerstof wordt ingeoefend:

• woorden met een apostrof;
• cactuswoorden;
• hoofdletters bij aardrijkskundige namen; 
• woorden met …

In dit leermiddel vind je een eindtoets spelling voor het vijfde leerjaar.

Volgende leerstof komt aan bod:

• hoofdletters en leestekens;
• woorden met ei of ij;
• woorden met d of t;
• woorden die eindigen op -teit;
• woorden met i of ie;
• woorden op …

Met deze herhalingsbundel oefenen leerlingen de spellingsmoeilijkheden uit thema 8 van de methode Talent 5. Ook twee moeilijkheden uit thema 6 worden nog eens extra ingeoefend.

Volgende leerstof wordt ingeoefend:

• woorden die eindigen op -heid en …

Aan de hand van dit dobbelspel oefenen leerlingen de spelling van woorden met ie, i en y.

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 2 van de methode Tijd voor Taal accent 6.

Je oefent de spelling van woorden die geschreven worden met i maar uitgesproken worden als ie.

Drie oefeningen op woorden met i:

• auditieve discriminatie van woorden met i (met behulp van BeTaprenten);
• woorden waar je geen i in hoort doorstrepen;
• woorden combineren bij de BeTaprenten.

Bron prenten: www.betavzw.be

Met deze quiz oefen je de spelling van de woorden uit thema 1 van de methode De Taalkanjers 6.

Je oefent o.a. rond volgende spellingsmoeilijkheden:

• hoor-, weet- en regelwoorden;
• leenwoorden uit het Engels;
• woorden met c, s en t;
• woorden met i of ie.

Aan de hand van dit sneeuwballendictee oefenen leerlingen rond volgende spellingsmoeilijkheden:

• woorden met -aai, -ooi en -oei;
• woorden met -eeuw, -ieuw en -uw;
• meervoudsvormen;
• woorden met d of t;
• woorden met -ng en -nk;
• au of ou;
…

Draaikaarten om de kernwoorden van boek 3, woord 5, 'kin' te oefenen.