Kaartjes per woordpakket (van 1 tot 28) om uit te knippen.

Enkele oefeningen met de woorden uit woordpakket 1.
Kan als huiswerk of werkblaadje.

In deze bundel vind je per woordpakket een woordzoeker terug. De leerlingen noteren telkens de drie moeilijkste woorden.

Met deze werkblaadjes oefenen leerlingen de woordpakketten 1 tot 4 van de methode Tijd voor Taal 5. Ook het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd wordt geoefend en getoetst.

In dit leermiddel vind je zorgdictees bij woordpakket 12 tot 16 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

Bundel met alle woordenlijsten en vervoegingen van de werkwoorden uit de methode in de indicatif présent. Bevat de leerstof uit mission 13 tot mission 23

Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 26 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 25 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

Leerlingen gaan op zoek naar de woordkaartjes en met een korte, lange of andere klank.

Leerlingen oefenen de spelling van woorden uit woordpakket 9 van de methode Tijd voor Taal accent 2. Ze oefenen de spelling van woorden met -aai, -ooi en -oei.

Via deze rebussen oefenen leerlingen de speling van woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep.

De woorden komen uit woordpakket 13 van de methode Tijd voor Taal accent 4.

Met dit werkblad kunnen leerlingen zich voorbereiden op de toets van controledictee 1 van de methode Tijd voor Taal accent 5. Leerlingen schrijven de woorden uit woordpakket 1 tot 6 over. In een tweede oefening oefenen ze het vervoegen van …

Deze werkbundel sluit aan bij woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 2.

Leerlingen oefenen de spelling van woorden die eindigen op -en, -el en -er. Ze vullen de juiste woorden in in de gatentekst.

Verder is er ook een oefening op …