Met de woordkaarten en het werkblad oefen je de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

Leerlingen gaan op zoek naar de woordkaartjes en duiden dan het aantal klankgroepen van het woord aan.

Woordzoekers om de woorden van de woordpakketten in te oefenen.

In deze woordzoeker ga je op zoek naar de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Je oefent rond woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.

Huiswerkbladen in de vorm van oefendictees bij de tweede helft van de woordpakketten.

Je oefent op het verenkelen en verdubbelen aan de hand van enkele woorden die je op de flitskaarten vindt. Je kan de woorden op meerdere manieren inoefenen, zoals flitsen of typen. Aan de voorzijde van de flitskaart staat het woord languit …

Met deze woordzoeker oefen je de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

In deze woordzoeker ga je op zoek naar de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 2.

Schrijf bij elke afbeelding het juiste woord uit het woordpakket.

Via dit dictee oefen je de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Je oefent rond de verenkelings- en verdubbelingsregel. Luister naar het woord en schrijf het correct.

Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Je oefent rond de verenkelings- en verdubbelingsregel. De letters van de woorden staan door elkaar. Tik het juiste woord in.

In deze woordzoeker ga je op zoek naar de woorden uit woordpakket 24 van de methode Tijd voor Taal accent 3.

Je oefent rond de verenkelings- en verdubbelingsregel.