Met deze geïllustreerde kruiswoordraadsels oefenen anderstalige nieuwkomers de woordenschat rond deze thema's:

• het lichaam;
• het gezicht;
• ziek zijn;
• emoties.

In dit leermiddel vind je een toets begrijpend lezen over het thema ziek zijn. De leerlingen lezen de tekst en lossen vervolgens enkele meerkeuzevragen op over de tekst.

Dit leermiddel bevat vier geïllustreerde woordzoekers waarmee anderstalige nieuwkomers alledaagse woordenschat kunnen inoefenen.

Elke woordzoeker focust op één thema:

• het lichaam;
• het gezicht;
• ziek zijn;
• gezond zijn.

Quiz om eenvoudige woordenschat over het weer te herhalen en enkele woorden i.v.m. ziek zijn (verba in het presens).

Bundel rond het thema ziek zijn waarin de leerlingen informatie opzoeken in onder andere een doktersattest, op de doos van medicatie, de afsprakenagenda ...

Een bundel rond het thema ziek zijn. De leerlingen weten hoe ze ziek kunnen worden. Ze kennen en oefenen de verschillende manieren om een afspraak te maken bij de dokter. Ze leren ook een doktersformulieren te interpreteren. 

Met deze Kahoot oefen je volgende leerstof:

• soorten wonden herkennen;
• instrumenten van een dokter correct benomen en aangeven waarvoor het gebruikt wordt;
• het noodnummer bellen;
• inschatten of situaties veilig of onveilig zijn.

Werkbundels die leerlingen zelfstandig kunnen maken.

Leerlingen oefenen zelfstandig woordenschat rond ziek zijn, maken mooie zinnen en maken met prenten een verhaal.

Via een online vragenlijst kunnen jouw cursisten snel een inschatting maken van hun gezondheidssituatie. Is het echt nodig om naar de dokter te gaan? En wat kunnen ze zelf doen om hun klachten te verlichten?

Na het invullen van de vragen volgt een …

Ben je in de klas aan het werken rond het thema dokter -ziek zijn? Dan kan je gebruik maken van deze dokterstas.

Luister naar de tien opdrachten en kleur de kleurplaat van het ziekenhuis op de correcte manier.

Oefeningenbundel rond een doktersafspraak maken met online applicatie.
De cursisten oefenen o.a. openingsuren interpreteren, een agenda lezen, lichaamsdelen kunnen benoemen en een formulier invullen.