Geschiedenis in de klas: fris je vakdidactische kennis op: Cursus
Het geschiedenisonderwijs staat niet stil: nieuwe eindtermen, nieuwe begrippen, nieuwe werkvormen… Centraal hierbij staat de nadruk op historisch denken bij leerlingen. Dit omvat niet alleen het uitbouwen van een historisch referentiekader, maar ook het inzetten op bronnenstudie, beeldvorming, redeneren en reflecteren. Wil je je lessen beter afstemmen op de (nieuwe) eindtermen historisch bewustzijn? Wil je weten hoe je een les geschiedenis sterk vakdidactisch opbouwt? Of fris je graag je vakdidactische kennis op? Ben je gewoon benieuwd naar nieuwe inzichten op het vlak van geschiedenisonderwijs? Dan is dit nascholingstraject iets voor jou. Je gaat samen met vakgenoten aan het werk en krijgt een stevige basis van het hoe, wat en waarom van krachtig geschiedenisonderwijs.
Programma
Dag 1
Op de eerste dag start je met de
fundamenten van je geschiedenisonderwijs. Aan welke criteria
voldoet een succesvolle les geschiedenis? Wat zijn de nieuwe
eindtermen rond historisch bewustzijn? En welke vrijheid heb je als
leraar om hiermee aan de slag te gaan? Hoe zet je je leerlingen
actief aan het historisch denken? Je analyseert eindtermen en
leerplannen, je onderzoekt hoe een leerlijn op te bouwen en hoe dit
alles te vertalen naar de klaspraktijk. Ook bestudeer je historisch
denken en werk je aan activerende werkvormen en evaluatievormen die
je in je klas kan inzetten.
Na een korte inleiding ga je in workshops aan de slag met concreet
lesmateriaal. Eerst behandel je het doel van geschiedenisonderwijs:
historisch denken en de link met het leerplan. Vervolgens werk je
aan doelgericht lesontwerp: aanpak en vakdidactische
sleutelelementen. Tenslotte buig je je over evaluatie en
werkvormen: historisch bewustzijn bijbrengen, meten en
versterken.
Dag 2
In de voormiddag buig je je over
kritisch reflecteren met en over historische bronnen. Hoe maak je
je leerlingen ervan bewust dat je geschiedenis niet rechtstreeks
uit bronnen kan aflezen? Hoe maak je hen vertrouwd met het
interpreteren van bronnen? In deze sessie bestudeer je grondig de
verschillende aspecten van bronnenstudie en raak je bedreven in het
formuleren van vragen die het historisch reflecteren over bronnen
bij je leerlingen stimuleren.
Aan de hand van voorbeelden maak je kennis met de concepten
presentatie, bruikbaarheid, betrouwbaarheid, representativiteit en
kritische bronnenconfrontatie. Je gaat zelf aan de slag met
bestaand bronnenmateriaal en werkt aan krachtige lesactiviteiten
die aanzetten tot reflectie en kritisch bronnenonderzoek.
In de namiddag focus je op structuurbegrippen en redeneerwijzen.
Historische redeneerwijzen zijn cruciaal voor historisch
bewustzijn: causaal redeneren, verandering en continuïteit
analyseren… Dit alles is pas mogelijk indien de bijhorende
structuurbegrippen vlot worden gebruikt. Hoe breng je je leerlingen
deze complexe materie bij? Hoe integreer je een leerlijn rond
historisch redeneren in je lessen geschiedenis? In deze workshop
staan we stil bij (taal)strategieën om je leerlingen stapsgewijs
met eenvoudige tot meer complexe redeneerwijzen vertrouwd te
maken.
Je onderzoekt welke plaats structuurbegrippen hebben in het
historisch leren denken van leerlingen. Met behulp van
praktijkvoorbeelden ervaar je hoe je met structuurbegrippen
historische redeneringen kan opbouwen. Je onderzoekt de
randvoorwaarden die ervoor zorgen dat leerlingen deze begrippen ook
zelf actief in een redenering leren inzetten. Daarbij leg je de
link met de algemene historische begrippen en ontdek je het belang
van horizontale en verticale leerlijnen. Je besteedt ook aandacht
aan het belang van taalgericht vakonderwijs om het gebruik van
structuurbegrippen haalbaar te maken, ook voor leerlingen die
minder sterk zijn met taal (bv. steigerleren).
Dag 3
In de voormiddag exploreer je het
concept historische beeldvorming. Als leraar geschiedenis wordt er
van jou verwacht dat je je leerlingen aanleert om tot een
beargumenteerde beeldvorming te komen vanuit historische bronnen en
een historische vraag. Maar hoe formuleer je met je leerlingen
historische vragen? Hoe zet je historische bronnen in om beter tot
beeldvorming te komen? Hoe kan je bestaande bevraging van bronnen
in cursusmateriaal en methodes hiertoe inzetten? En hoe kan je dit
alles evalueren?
In deze workshop ga je actief op zoek naar manieren om de
eindtermen rond beeldvorming te vertalen naar de lespraktijk. Je
vertrekt vanuit concrete bronnen uit diverse periodes van de drie
graden, evalueert voorbeelden van vraagstelling uit bestaande
methodes en probeert deze waar mogelijk te versterken in functie
van historische beeldvorming. Via samenwerkend leren kom je tot
enkele uitgewerkte voorbeelden die je kan inzetten in je eigen
lespraktijk.
In de namiddag pak je het reflecteren aan. Verleden, heden en
toekomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor leerlingen
is het onderscheid tussen verleden en geschiedenis niet altijd
helder. En dit terwijl verwijzingen naar het verleden
alomtegenwoordig zijn in onze huidige samenleving. Hoe leer je
leerlingen kritisch kijken naar verwijzingen naar het verleden en
het heden? Hoe help je hen verbanden te leggen tussen verleden,
heden en toekomst? In deze sessie denk en werk je samen met
vakgenoten aan een didactische aanpak rond reflecteren.
Je verkent de betekenis en de mogelijkheden van reflecteren over de
relatie heden, verleden en toekomst. Aan de hand van
praktijkvoorbeelden en je eigen ervaring en inzichten werk je samen
met je vakgenoten aan lesactiviteiten rond reflecteren die je kan
inzetten in je eigen lespraktijk.
Op het einde van de dag brengen we alle aspecten van historisch
denken uit het hele nascholingstraject samen. We blikken terug op
het nascholingstraject, delen kennis en ervaringen met elkaar en
zetten nieuwe inzichten op een rijtje. We reflecteren over wat we
meenemen naar de klaspraktijk en hoe we het effectief kunnen
inzetten tijdens de les.
Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken
- gratis lesmateriaal;
- voor alle leeftijden en vakken;
- makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.