De vlo en de professor: Heerlijk hoorspel (deel 2 t.e.m. track 9)
Sommigen zullen heerlijk hoorspel kennen van de reeksen: De nachtegaal, Wilde Zwanen en De mestkever.
Deze keer werden er bij dit audioverhaal enkele korte vragen bij het boekje opgesteld. Er volgt nog een reeks aparte, gerichte lespakketten bij De professor en de vlo.
Vraag en antwoord staan geformuleerd. Het is aan de leerkracht om zelf antwoordbladen met lege vakjes te maken.
Via 'getipte bijdragen', in de rechterkolom, vind je materiaal dat hierbij aansluit, waaronder een video 'achter de schermen'.
Gebruik
Je kan dit document op vele manieren gebruiken:
- Leerlingen eerst laten genieten van het hoorspel (in stukjes).
- Nadien aanbieden als denkend luisteren-opdracht.
- Enkele fragmenten proberen naspelen.
- Zelf geluids- of audio-opnames doen.
- Je kan ook de vergelijking maken met het echt verhaal van Andersen en dan neem je ook de geschreven vorm bij het luisteren erbij.
Website met info
Eindtermen/lesdoelen
1 Nederlands - Luisteren:
1.2 Een voor hen bestemde informatieve radio-uitzending. (Kan ook verhalend zijn!)
1.5 Een uiteenzetting of instructie van de leerkracht.
3 Nederlands - Lezen
3.5 Voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedieën.
5 Nederlands - Vaardigheden/Strategieën
5.1 De leerlingen kunnen vaardigheden/strategieën in verband met luisteren, spreken, lezen en schrijven aanwenden die nodig zijn om de respectievelijke eindtermen te realiseren. Zij houden daarbij onder meer rekening met de totale luister-, spreek-, lees- en schrijfsituatie.
6 Nederlands - Taalbeschouwing
6.1 De leerlingen zijn bereid binnen een concrete taalcontext te reflecteren over het gebruik van standaardtaal, regionale en sociale taalvariëteiten bepaalde houdingen, vooroordelen en rolgedrag in taal.
6.2 De leerlingen zijn bereid te reflecteren over gebruikte luister-, spreek-, lees- en schrijfstrategieën.
6.4 De leerlingen kunnen bij de bovenstaande eindtermen de geëigende termen gebruiken:
zender, ontvanger, boodschap, bedoeling, situatie.
6.5 De leerlingen zijn bereid om te reflecteren over taal en over taalgebruik.
1.2 Een voor hen bestemde informatieve radio-uitzending. (Kan ook verhalend zijn!)
1.5 Een uiteenzetting of instructie van de leerkracht.
3 Nederlands - Lezen
3.5 Voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedieën.
5 Nederlands - Vaardigheden/Strategieën
5.1 De leerlingen kunnen vaardigheden/strategieën in verband met luisteren, spreken, lezen en schrijven aanwenden die nodig zijn om de respectievelijke eindtermen te realiseren. Zij houden daarbij onder meer rekening met de totale luister-, spreek-, lees- en schrijfsituatie.
6 Nederlands - Taalbeschouwing
6.1 De leerlingen zijn bereid binnen een concrete taalcontext te reflecteren over het gebruik van standaardtaal, regionale en sociale taalvariëteiten bepaalde houdingen, vooroordelen en rolgedrag in taal.
6.2 De leerlingen zijn bereid te reflecteren over gebruikte luister-, spreek-, lees- en schrijfstrategieën.
6.4 De leerlingen kunnen bij de bovenstaande eindtermen de geëigende termen gebruiken:
zender, ontvanger, boodschap, bedoeling, situatie.
6.5 De leerlingen zijn bereid om te reflecteren over taal en over taalgebruik.
Steven Duyver
Leerkracht, Preventieadviseur, …
