ICT-eindtermen in het lager onderwijs

Gebruiken jouw leerlingen een computer, tablet of Chromebook in de klas? Werken ze op een veilige manier? En leren ze er wat van? 

Sinds 1 september 2007 staat vast wat elke leraar via ICT moet nastreven of bereiken in de klas. Er werden tien eindtermen en ontwikkelingsdoelen opgesteld, de eerste acht voor de leerlingen van het basisonderwijs en van het buitengewoon basisonderwijs (type 1, 2, 7 en 8). Je vindt hier de leermiddelen waarmee je werkt aan één of meer ICT-eindtermen voor het basisonderwijs. Hieronder kan je leermiddelen zoeken per eindterm.  

Vanaf 1 september 2019 gaan de nieuwe ICT-eindtermen van start voor de eerste graad secundair onderwijs. De eerste acht eindtermen gelden nog steeds voor het lager onderwijs. Werk jij met de nieuwe ICT-eindtermen? Neem dan een kijkje op deze KlasCementpagina over de digitale competenties.  

De in 2007 vastgelegde ICT-eindtermen die nog steeds gelden voor het lager onderwijs zijn:

  1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
  2. De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier.
  3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
  4. De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
  5. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
  6. De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren.
  7. De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen.
  8. De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren.

 

Door KlasCement | Bijgewerkt:
ICT-eindtermen basisonderwijs