Happertjes met een aantal vervoegingen in de indicatif présent van vaak voorkomende werkwoorden waaronder avoir, être, faire, aller, venir, prendre, voir, savoir, dire, dormir en boire.

Dit een rap over het gebruik van het adjectif démonstratif (ce - cet - cette - ces).

Flitskaarten en oefeningen bij de woordenschat uit module 6, acte 1 uit de methode.

Oefeningen op de woordenschat uit unité 13 en een oefening op het adjectif possessif.

Werkblad waarbij de leerlingen de dader, het moordwapen en de plaats delict moeten vinden door de drie oefeningen correct te maken.

Werkblad over het liedje Fever van Angèle en Dua Lipa, waarbij de leerlingen proberen de twee strofes te vertalen met behulp van hun boek en een aantal tips.

Werkblad met oefeningen op het meervoud van de bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden uit contact 8.

Spelletje om de woordenschat van unité 8 en de vervoeging van het werkwoord avoir in de indicatif présent in te oefenen.

Oefeningen rond het uur lezen en vragen.                   

Sjabloon voor het maken van een storyboard.                 

Oefen de woordenschat van unité 14 met behulp van de flitskaarten.  

Met deze versie van het vliegenmeppersspel kunnen de leerlingen de vervoegingen van zowel de regelmatige als onregelmatige werkwoorden op -re in de indicatif présent inoefenen.