Enkele oefeningen met de woorden uit woordpakket 2, waarin focus ligt op het verdubbelen.
Kan als huiswerk of werkblaadje.

Enkele oefeningen met de woorden uit woordpakket 1.
Kan als huiswerk of werkblaadje.

Leerlingen lezen een informatieve tekst over de Paralympische Spelen in 2024. Vervolgens beantwoorden ze enkele vragen over de tekst.

Leerlingen waarbij een gewoon dictee te moeilijk is, maar een overschrijfdictee te eenvoudig is, kunnen een flitsdictee als tussenoplossing gebruiken. Aan de hand van deze kaartjes kunnen leerlingen een flitsdictee doen bij de woorden uit thema 1 …

Leerlingen waarbij een gewoon dictee te moeilijk is, maar een overschrijfdictee te eenvoudig is, kunnen een flitsdictee als tussenoplossing gebruiken. Aan de hand van deze kaartjes kunnen leerlingen een flitsdictee doen bij de woorden uit thema 1 …

Op deze kaartjes staan voorwerpen omschreven die terug te vinden zijn in het klaslokaal. Elk woord is een samenstelling.

Verdeel de kaartjes over de leerlingen. De leerlingen gaan op zoek naar het omschreven voorwerp en kleven het kaartje op …

Draai aan de slotmachine en je ziet een afbeelding van een mkm-woord met een korte of lange klank.

Er zijn verschillende oefeningen mogelijk:

• een zin maken met het woord;
• het woord opschrijven in de juiste kolom (bij korte klank of lange …

Je vindt hier een sjabloon voor het schrijven van een instructie. Er is ook een evaluatiefiche toegevoegd waarmee je de schrijfopdracht kan evalueren.

Deze woordenschatboekjes sluiten aan bij de methode De Taalkanjers 5. 

In het eerste boekje staan de tien woorden die op de woordenschatlijst staan per thema. Het andere woordenschatboekje bevat extra woorden die aan bod komen binnen de thema's …

In het eerste document vind je woordenschatwandplaten per thema uit de methode De Taalkanjers 5.

In het tweede document vind je wandplaten met extra woorden die passen binnen de thema's maar niet in de woordenschatlijst staan.

In dit document vind je de woordenschat per thema uit de methode De Taalkanjers 5. Je kan de kaartjes als domino of memory gebruiken. Op die manier kunnen leerlingen de woordenschat spelenderwijs inoefenen.

Het tweede document bevat extra woordenschat …

Op dit werkblad vind je volgende opdrachten:

• woorden aanvullen met een juiste eindletter (a, o, u en ee);
• woorden overschrijven en zo moeilijke letterverbindingen oefenen.