Dominospel met aan de linkse kant een foto en aan de rechtse kant het woord. Er is een blanco versie, zonder woorden en een ingevulde versie.

Dit spelletje sluit aan bij het thema boerderij of jong leven.

Het kan zelfstandig gespeeld worden op …

Een fotowoordenboek met ongeveer 1000 woorden en bijhorende foto's.
De woorden zijn alfabetisch ingedeeld volgens:

• klank (a, aa, aai, au, e, ee, ei, eu ...);
• medeklinker vooraan (b, d, f, g, h ...);
• medeklinker achteraan (f, g, k, l ...).
…

Oefen de woordenschat in verband met kleuren in. Ken jij alle kleuren bij hun juiste naam? 

Met de filmpjes van Sarah: Sokpop en de klanken maken kleuters op een laagdrempelige manier kennis met klankbewustzijn.
De reeks focust op acht Nederlandse klanken: a, e, f, m, o, p, r, s. 
Bij elk filmpje hoort een educatieve fiche met lestips …

Een memory waarbij de woordenschat van de afbeeldingen wordt voorgelezen. 

Zoek de herfstwoorden die bij elkaar horen. Luister naar het woord en zeg het na. Vind jij alle combinaties?

De leerlingen knippen figuren uit en kleven ze op de juiste plaats.
Volgende begrippen komen aan bod:

• eerste,
• laatste,
• middelste,
• tweede,
• voorlaatste,
• komt voor,
• komt na.

De leerlingen bekijken de prenten en beluisteren de woorden.
Ze herhalen de woorden een paar keer.

Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in verband met thema tuin.

De leerlingen bekijken de prenten en beluisteren de woorden.
Ze herhalen de woorden een paar keer.

Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in verband met thema kledij.

De leerlingen bekijken de prenten en beluisteren de woorden.
Ze herhalen de woorden een paar keer.

Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in verband met thema postbode.

De leerlingen bekijken de prent en beluisteren het woord.
Ze herhalen het woord een paar keer.

Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in verband met Sinterklaas. 

Instrument waarmee je gemakkelijk de weekdagen kan oefenen.

Enkele materialen (prenten, woordbeelden, werkblad) om volgende woorden in te oefenen: ik, boekentas, klas, stoel, lijm, schaar, bus, puzzel, brooddoos, fiets.