Quiz over het perfectum van onregelmatige verba en de verba van mobiliteit.

Je herhaalt de woordenschat van het weer, de kamers in het huis en instructies geven (zetten, leggen, hangen). Ook het verbum in het presens, perfectum en futurum (gaan + infinitief) komt aan bod.

Via de twee werkbladen oefen je het perfectum van veelvoorkomende verba.

In de tabel vul je voor elke persoon de juiste vorm van het perfectum in. Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba.

Met deze vragen kan je jouw NT2-les starten. De cursisten werken per twee of lopen rond en maken elkaars zinnen af. Ze wisselen nadien van kaartje en gaan naar een andere cursist. Ze kunnen natuurlijk ook de volledige lijst aan 1 cursist …

In deze invuloefening wordt geoefend op woordvolgorde. De begrippen vraagzin, hoofdzin en bijzin komen aan bod. 

In deze invuloefeningen worden de signalen van tijd, chronologie, duur en frequentie ingeoefend. 

Eenvoudige teksten over beroepen waarin kort verteld wordt over de inhoud van de job. Bij elke tekst zitten een aantal bijkomende vragen over het beroep en een korte grammaticale oefening. De cursist geeft ook zijn mening over de job.

Volgende …

BookWidgetsoefening waarbij je het participium (of voltooid deelwoord) met de juiste infinitief combineert.

Je vindt hier een mix van regelmatige en onregelmatige verba.

Je oefent de woordenschat rond het thema kleding. 

Via deze quiz oefen je de woordenschat rond verpakkingen (een doos melk, een zakje chips, een tube tandpasta ...).

Korte video met tien basiswoorden voor de zorg. De cursisten leren medisch materiaal benoemen, zoals de spuit, de bloeddrukmeter en het infuus.

Korte video met tien basiswoorden uit de bouw, zoals de tang, de kruiwagen, de borstel.