Je beantwoordt zes vragen bij een nieuwsfragment van Karrewiet over een stegosaurus die op een veiling werd verkocht.

Uitleg en oefeningen over de voornaamwoorden.

Volgende voornaamwoorden komen aan bod:

• het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp,
• het bezittelijk voornaamwoord,
• het persoonlijk voornaamwoord als niet-onderwerp,
• het aanwijzend voornaamwoord,
…

In een kort tekstje markeren de cursisten het verbum kunnen en de bijbehorende infinitief.

Studenten verwarren vaak de woorden huis en thuis, vooral in combinatie met de verbums zijn, komen en gaan. In deze video leren ze hoe ze huis en thuis correct gebruiken in een zin. 

Quiz bij aflevering 1 van de soap Nieuw Leven om de woordenschat over de weg vragen in te oefenen, 

Deze Kahootoefening gaat over deel 3: Waar is het Molenplein?, van aflevering 1.

Digitale oefening waarbij de cursisten de instructies lezen en de voorwerpen op de juiste plaats zetten.

In deze oefeningenreeks zetten de leerlingen de woorden in het meervoud volgens de regels van het verenkelen en verdubbelen.

De oefeningen zijn gebaseerd op de onthoudkaarten van Irene Dubbelman.

35 draaikaartjes om het perfectum van onregelmatige verba te oefenen.

Wat is het verschil tussen heel en veel? Studenten NT2 verwarren vaak de woorden heel en veel. In deze video leren ze hoe ze heel en veel moeten gebruiken. 

Filmpje waarin tien complexere gevoelens aan bod komen, in woord en beeld. Emoties zoals tevreden, nieuwsgierig en beschaamd komen aan bod.

Filmpje waarin tien basisgevoelens aan bod komen, in woord en beeld. Emoties zoals vrolijk, verveeld en bang komen aan bod.

Via de draaikaartjes oefen je de constructies: (niet) graag, en kunnen + infinitief. Ook de benamingen van de familieleden worden getraind.