Comparative and superlative: Werkblaadjes en kaartspel

Deze bijdragen bevatten werkblaadjes en een kaartspel over de comparative en superlative. De leerlingen moeten eerst een kader aanvullen met de comparative en superlative van de gegeven woorden. Daarna bekijken ze een afbeelding van vier mensen die ze met elkaar vergelijken. Voor de laatste oefening heb je het kaartspel nodig. De leerlingen spelen het in groepjes en krijgen drie of vier kaarten van Afrikaanse dieren. Op de kaarten staan gegevens over de dieren ingevuld: grootte, gewicht, snelheid, leeftijd. Het is de bedoeling dat de leerlingen deze dieren met elkaar vergelijken en er tien zinnetjes over schrijven .