-
Lidwoorden: De of het
Welk lidwoord vul je in? De of het? Noteer het juiste lidwoord bij de woorden.
Interactieve oefening (4)Leerkracht, Ander -
Het onderwerp en de rest van de zin - Tijd voor Taal 6
Wat wordt er over het onderwerp gezegd? Je gaat bij deze oefening op zoek naar het onderwerp en ook de rest van de zin. Daarnaast krijg je ook vragen over de rest van de zin, zoals:
- Welke zinsdelen in de rest van de zin geven een antwoord op de …
Interactieve oefening (3)Leerkracht, ICT-coördinator -
Het onderwerp thema 1 - Tijd voor Taal 6
Wat wordt er over het onderwerp gezegd? Welke zinsdelen in de rest van de zin zeggen wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt? Je gaat bij deze oefening op zoek naar het antwoord op deze vragen.
Deze oefeningen horen bij thema 1 van de methode …
Interactieve oefening (3)Leerkracht, ICT-coördinator -
Voorzetsels: Van, af, vanaf, na en naar (deel 4)
In deze invuloefening dien je de juiste voorzetsels in te vullen. Je kan kiezen uit van, af, vanaf, na en naar.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Voorzetsels: Tegen, tegenover, aan en met (deel 3)
In deze invuloefening vul je het juiste voorzetsel in en kies je uit tegen, tegenover, aan of met.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Voorzetsels: Naar, aan, tegen en op (deel 2)
De leerlingen vullen het juiste voorzetsel in en kiezen uit: naar, aan, tegen en op.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Voorzetsels: Langs, naast en bij (deel 1)
In deze invuloefening vul je het juiste voorzetsel in en kies je uit langs, naast en bij.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woorden invullen deel 1
Je krijgt een aantal zinnen waarin telkens een woord ontbreekt.
Je kiest uit de volgende woorden: klaarmaken, tenen, paddenstoelen, bananen, schrokken, fabrieken, kalender, links, dansschool, vingers.
Interactieve oefeningLeerkracht