-
Safety signs: Kahoot!
Maak deze korte Kahoot! met vijf vragen over safety signs in het Engels.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Body parts: Woordenschat oefenen
Via deze Quizlet kan je de woordenschat i.v.m. de lichaamsdelen inoefenen.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Going to the doctor: Woordenschat oefenen
Via deze Quizlet oefen je de woordenschat in van het thema ziek zijn en naar de dokter gaan.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Going to the movies: Woordenschat oefenen
Quizlet waarmee je de woordenschat i.v.m. naar de film gaan kan inoefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Filmgenres: Woordenschat oefenen
Via deze Quizlet oefen je de woordenschat i.v.m. filmgenres in.
Interactieve oefening (4)Leerkracht -
De Olympische Spelen: Woordenschatoefening (3)
Woordenschatoefening i.v.m. sport en de Olympische Spelen. Schrijf het juiste woord over bij de correcte foto.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
De Olympische Spelen: Woordenschatoefening (2)
Woordenschatoefening i.v.m. de Olympische Spelen. Schrijf de nieuwe woordenschat correct over bij de juiste afbeelding.
Interactieve oefeningLeerkracht -
De Olympische Spelen: Woordenschatoefening (1)
Woordenschatoefening i.v.m. de Olympische Spelen en sport.
De leerlingen moeten bij de foto het correcte woord uit een lijst overschrijven.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Positiewerkwoorden: Staan, liggen, zitten, hangen
Met deze interactieve oefening leer je over het gebruik van de positiewerkwoorden: staan, liggen, zitten, hangen in de OTT.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
De persoonsbeschrijving: Leerpad - English File Pre-intermediate
Volg dit leerpad waarbij je personen leert beschrijven aan de hand van:
- uiterlijke kenmerken;
- karaktereigenschappen;
- tegenstellingen.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Oefenen met de datum (2)
Invuloefening waar je de datum in Engelse schrijfwijze moet invullen.
Interactieve oefeningAndere functie -
Oefenen met hoofd- en rangtelwoorden (5)
Invuloefening over hoofdtelwoorden of rangtelwoorden van één tot één miljoen. Je kan zelf bepalen of je de nummers tot 10, 20, 100, 1 000 of 1 000 000 uitschrijft.
Interactieve oefeningAndere functie