Sleutelcompetentie: Nederlands
In deze sleutelcompetentie is er aandacht voor het gebruik van het Nederlands als mondeling en schriftelijk communicatiemiddel. De focus ligt op de communicatieve vaardigheden lezen, luisteren, schrijven, spreken en interactie in verzorgd, passend en algemeen verstaanbaar Nederlands. Daarbij moeten de leerlingen strategieën leren inzetten om de communicatie te optimaliseren, zoals voorkennis inzetten, tekstverbanden herkennen of de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context.
Nederlands als taalsysteem
Ter ondersteuning van doelgerichte communicatie moeten de leerlingen ook inzicht hebben in de kenmerken en principes van het Nederlands als taalsysteem. Het gaat concreet over spraakkunst, woordenschat, betekenissen en spelling. Er is ook aandacht voor taalvariatie en registergebruik. Nederlands als exponent van onze cultuur en maatschappij is ook opgenomen in deze sleutelcompetentie. Voorbeelden daarvan zijn inzicht in taalgedragsconventies en het leren doorprikken van stereotypering.
Gedichten in de klas
In lessen Nederlands wordt er ten slotte ingezet op literatuurbeleving: via een 'tekstbelevende' aanpak leren de leerlingen gedachten en gevoelens verwoorden bij het lezen en beluisteren van literaire teksten zoals gedichten, kortverhalen en filmfragmenten. Op een abstracter niveau is er ook aandacht voor literaire analyse.
Meer informatie en lesmateriaal over sleutelcompetenties
16 sleutelcompetenties vormen de basis voor de nieuwe eindtermen. De eindtermen worden geformuleerd in functie van deze sleutelcompetenties en niet langer in functie van vakken of leergebieden. Klik voor heldere informatie bij de competenties.
-
Groenten: Woordenschat
Maak deze oefening met twintig soorten groenten in het Nederlands met foto's erbij.
Interactieve oefening (6)GOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Dertien soorten fruit: Woordenschat
Maak deze oefening met foto's van dertien soorten fruit in het Nederlands.
Interactieve oefening (7)GOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Woorden op -aai, -ooi en -oei: Oefeningen
Dit is een oefening met twintig woorden op -aai, -ooi en -oei.
Interactieve oefeningGOK- of zorgcoördinator, ondersteuner -
Oefenen met a en aa
Maak oefeningen woorden met a of aa.
Interactieve oefening (8)Leerkracht -
Oefenen met o en oo
Maak de oefening op woorden met o of oo.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Oefenen met a of e
Met deze reeks kan je woorden met a of e inoefenen.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Oefenen met e en ee
Maak de oefening op woorden met e of ee.
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Oefenen met i en ie
Maak deze Quizlet over woorden met i of ie.
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Oefenen met ui
Maak deze Quizlet over de tweeklank ui.
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Oefenen met ou
Maak de oefening op de tweeklank ou.
Interactieve oefening (5)Leerkracht -
Oefenen met au
Oefen op de woorden met de tweeklank au.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Klanken a, aa, aai, o, oo, ooi
Speel dit draaikaartenspel over woorden met de verschillende klanken a, aa, aai, o, oo en ooi en bijhorende afbeeldingen.
Interactieve oefening (8)Pedagogisch begeleider, Ander