-
Onderwerp, persoonsvorm, ja-neevraag maken: Red de prinses - Talent 3
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 8 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- het onderwerp aanduiden in een zin;
- de persoonsvorm aanduiden in een zin;
- het onderwerp verbinden met de rest van de zin; …
Interactieve oefening (8)Leerkracht -
Zinnen maken, soorten zinnen, leestekens en woordenschat: Help de kunstenaar
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 7 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- een goede zin maken door zinsdelen op de juiste plaats te zetten;
- zinnen zo kort mogelijk maken;
- soorten zinnen herkennen …
Interactieve oefening (7)Leerkracht -
Werkwoorden herkennen, alfabetisch rangschikken, woordenschat: Help de dokter
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 5 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- werkwoorden herkennen;
- alfabetisch rangschikken;
- woordenschat.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Samenstellingen, alfabetisch rangschikken en woordenschat: Eduscape
Met deze eduscape oefen je de leerstof taaldenken na thema 4 van de methode Talent 3.
Volgende leerstof wordt ingeoefend:
- samenstellingen;
- alfabetisch rangschikken;
- woordenschat.
Interactieve oefening (6)Leerkracht -
Vingers: Woordenschat
Verbind de woorden met de juiste vingers.
Interactieve oefening -
Delen van het gezicht
Verbind de afbeeldingen met de juiste plaatsen op het gezicht.
Interactieve oefening -
Woordpakket 18 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 18 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een doffe e;
- woorden met au;
- woorden met d of t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 17 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden die eindigen op -ig(e);
- woorden die eindigen op -lijk(e);
- woorden met au of ou.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 16 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 16 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met d en t.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 11 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 11 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ch;
- samenstellingen;
- woorden met ee op het einde van een woord
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 10 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 10 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Vermenigvuldigen tot 1000
Met deze combineeroefening oefen je de belangrijkste vermenigvuldigingen tot 1000.
Interactieve oefeningLeerkracht