-
Basisemoties: Memory
Zoek de tekeningen met dezelfde gevoelens: blij, boos, bang, verdrietig.
Interactieve oefening -
Blij, bang, boos, verdrietig
Welke foto hoort bij welk gevoel?
Wie is triestig? En wie is boos?Interactieve oefening -
Kledij en carnaval: Audiowoordenboek
De leerlingen bekijken de prenten en beluisteren de woorden.
Ze herhalen de woorden een paar keer.Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in verband met thema kledij.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Postbode: Audiowoordenboek
De leerlingen bekijken de prenten en beluisteren de woorden.
Ze herhalen de woorden een paar keer.Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in verband met thema postbode.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Complimenten: Wat hoort bij elkaar? ***
Klik op een luidspreker.
Welke afbeelding hoort bij het compliment dat je hoort?
Klik beide aan.Interactieve oefening -
Complimenten: Wat hoort bij elkaar? **
Klik op een luidspreker.
Welke afbeelding hoort bij het compliment dat je hoort?
Klik beide aan. …Interactieve oefening -
Complimenten: Wat hoort bij elkaar? *
Klik op een luidspreker.
Welke afbeelding hoort bij het compliment dat je hoort?
Klik beide aan.Interactieve oefening -
Sinterklaas: Audiowoordenboek
De leerlingen bekijken de prent en beluisteren het woord.
Ze herhalen het woord een paar keer.Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in verband met Sinterklaas.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Tandenpoetsen: Audiowoordenboek
Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in van het tandenpoetsen.
Beluister het woord en herhaal het een paar keer.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Fruit: Audiowoordenboek
Je oefent met dit audiowoordenboek de woordenschat in van de boomgaard, de appel en de peer.
Beluister het woord en herhaal het een paar keer.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Lekkers van de sint: Memory
Chocolade? Pepernoten? Mandarijnen?
Zoek dezelfde prenten.Interactieve oefening -
Is het leuk voor de ander of niet?
Zie je op de prenten iets wat leuk is? Dan mag je er op klikken.
Interactieve oefening