-
Medisch materiaal: Kruiswoordraadsel
Kruiswoordraadsel met tien basiswoorden uit de zorg, zoals de naald, de bloeddrukmeter, de weegschaal ...
Interactieve oefeningLeerkracht -
Welk gereedschap hoort bij welke foto?: Kruiswoordraadsel
Kruiswoordraadsel met tienbasiswoorden uit de bouw, zoals hamer, zaag, tang ...
De cursist vult het juiste gereedschap in bij de foto.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Welk dier hoort bij welke foto?: Kruiswoordraadsel
Kruiswoordraadsel waarbij de cursist het juiste dier invult bij de foto.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Officiële talen van een land: Kruiswoordraadsel
Kruiswoordraadsel waarbij de cursist de officiële taal van een bepaald land invult.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Un regalo di compleanno: Passato prossimo
Interactieve oefening waarin de cursisten de regelmatige vorm van de passato prossimo oefenen.
Situatie: de cursist ontvangt een pakje voor zijn verjaardag. Maar het kan pas geopend worden als de cursist de sleutel gevonden heeft en verschillende …
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Futur simple: Oefeningen
Reeks online oefeningen over de futur simple. De eerste oefening is een sorteer- of sleepoefening over het herkennen van verschillende tijden. De volgende drie oefeningen gaan louter over de futur simple.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Bezittelijke voornaamwoord (4)
Oefening op het bezittelijk voornaamwoord in het Duits.
Interactieve oefening (3)School/onderwijs -
Het persoonlijk voornaamwoord Basis (2)
Vertaal de Duitse/Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden. Je krijgt hiervoor anderhalve minuut de tijd.
Interactieve oefeningSchool/onderwijs -
Berufe
In dit kruiswoordraadsel oefen je met de Duitse beroepen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Oefenen met rangtelwoorden (2)
Verschillende oefeningen met de rangtelwoorden van één tot tien.
Interactieve oefeningAndere functie -
Haben en sein: Herhalingsoefening
Kruiswoordpuzzel rond de vervoeging van haben en sein.
Interactieve oefeningAndere functie -
Transport: Kruiswoordraadsel
Lees aandachtig de opgave en vul dan het juiste woord in. Deze begrippen komen o.a. aan bod: bus, fiets, helikopter, trein.
Interactieve oefening (3)Leerkracht, Preventieadviseur, …